United States or Norway ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eerst in de achttiende eeuw haalt de afbeelding der liefde de beschrijving ervan in verfijning en volheid van expressie in. De schilderkunst der vijftiende eeuw kon nog niet frivool of sentimenteel zijn. Tusschen het kuische en het obscene had zij nog geen uitdrukkingsmiddel gevonden. Van het liefdeleven zegt zij weinig, en dat in naïeve en onschuldige vormen.

De beelden van Thothmes III, Amenophis, den zoon van Hapu en koningin Tyi hebben eveneens groote aesthetische waarde. De teerheid en fijnheid van dit meesterwerk overtreft bijna elk ander beeldhouwwerk, dat in Egypte van dezen tijd is bewerkt. Er begint inderdaad uit de Egyptische kunstwerken van dezen tijd een grootere verfijning te spreken, zelfs in de voorwerpen van huiselijk gebruik.

De schoonste van deze drachten zijn voornamelijk die welke door den Frieschen stam gedragen worden, te weten de costumes in Friesland, Urk, Volendam en in Zeeland. Bij deze alle moet een verfijning van vorm en kleurenkeus geconstateerd worden, die op iets hoogers dan het gemiddelde volks-ideaal wijst, die meer geestelijke ontwikkeling en aspiraties verraadt.

Deze gevolgen zijn gewoonlijk van tweeërlei aard eenerzijds verfijning van het leven, door de gelegenheid zich te kunnen wijden aan wetenschap en kunst, anderzijds ontaarding, door het voortleven in weelderige doelloosheid. Beide gevolgen hebben zich in de rijk en machtig geworden kloosters voorgedaan.

Het was een daad geweest, gelijk Peter er altijd plegen zou. Maar Peter zou ook nooit opgaan in schooner verfijning en zich verheffen boven de burgerlijkheid van zijne zeden en gebruiken. Het kon in zijne kunst insgelijks worden opgemerkt. Zijne kunst was massaal en zwaar-lomp. Het zat zóo in de vizie, niet alleen in de uitwerking.

Er was iets in de volmaaktheid en de verfijning van dat treurige gezicht, dat hem razend maakte. Je bent laag, schandelijk laag, mompelde hij. Stil Alan, je hebt mijn leven gered, sprak Dorian. Je leven? Groote God wat een leven! Je bent van slechtheid tot slechtheid gevallen en nu tot misdaad toe. Bij wat je mij dwingt te doen, denk ik niet aan jouw leven. Alan, fluisterde Dorian, met een zucht.

Whistler, om een voorbeeld te noemen, die naar fijnheid en verfijning streeft, nadert te dikwijls verwijfdheid en sommige Japansche schilders, die zeer met droomerige halftinten en koortsige lijnen werken, naderen dicht het voortbrengen van zuiver, lief werk. In het karakteristieke werk der Egyptenaren echter ontdekken wij nooit een aanwijzing voor deze fout.

En wanneer ook al onze ridderschap in hoofdzaak een Germaansch-Romanische instelling moge geweest zijn, zoo geraakte deze toch eerst tot volkomenheid, toen Noordsche manhaftigheid de gloeiende geestdrift met den glans en de hoffelijkheid der Oostersche verfijning, overgenomen had.

Geen forsche weelderigheid van vormen kan dan bekoren; wat men wil zijn slanke figuren, tenger en teer, sierlijk en klein; in de plaats van het gezond-heftige treedt het pikant-wellustige; wat men verlangt is verfijning, decadente romantiek in het zinnelijk genieten, men keert zich af van het geweldige der natuur en wordt meer en meer toegankelijk voor de meest phantastische perversiteiten.

De hoofsche vorm, de traditie van het ridderschap, bleef behouden, de Liefde blijft de "Heer en Meester", dien de minnaar "dient" als "trouw vasal", maar die liefde is niet langer de naieve, overwegend sensueele begeerte der twaalfde-eeuwsche poëzie, noch hare asketisch-dekadente verfijning, maar haar volkomen vergeestelijking tot eene onzinnelijke vroomheid, waarin echter alle zoetheid en teederheid der schoone zinnelijkheid wordt overgedragen.