United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


In het noorden vertoonde zich een breede sektor van het uitspansel helder en onberispelijk zuiver, daaronder de zee effen en kalm, hoewel hare wateren bij het ondergaan der zon eene sombere scharlaken, schier bloedkleur aannamen. Gelukkig ontketende die typhon zich meer zuidelijk en had geen ander gevolg dan de dampen en nevelen, die sedert drie dagen de atmosfeer bezwangerd hadden, weg te vagen.

Onweerstaanbaar echter worden de kinderen tot het uitspansel aangetrokken; maan en sterren, zon en wolken, regenboog en bliksem spreken tot hun verbeelding, ja, maar ook tot hun gemoed! Geen moeder, die haar kroost kent en dit ontkennen zal. En zoo is het ook met het sprookje.

De maan schitterde aan het uitspansel; ik dacht er aan dat die trouwe wachter overmorgen op die zelfde plaats terug zou komen, om het water te doen rijzen, en de Nautilus van de koraalklip los te maken. Toen ik tegen middernacht zag dat alles op zee en onder het geboomte op de kust rustig was, ging ik naar mijne hut en sliep kalm in. De nacht ging zonder ongeval voorbij.

Zie, daar sprong een visch voorbij haar roeispaan, en daar kwam de eerste ster aan het uitspansel te voorschijn! Was Geoffrey maar bij haar om het genot van dat schouwspel met haar te deelen! Geoffrey? zij had hem verloren; zij was nu alleen op de wereld alleen met de zee en de sterren. Welnu, die waren beter dan de menschen beter dan allen, behalve één.

Nogmaals had hij zooeven het uitspansel bestudeerd, maar hij durfde den Viervorst niet naderen, bang voor olievlekken, die de Esseërs als een groote smet beschouwden. Er vielen slagen op de burchtpoort. Men wist thans dat Jaokanann hier gevangen werd gehouden.

Zij maakten daarbij dan zoo'n geweld, dat hun spektakel tot op Camdless-Bay vernomen werd; terwijl intusschen het uitspansel den glans van de talrijke illuminatiën weerkaatste en wel zoodanig, dat men andermaal aan brandstichting kon gelooven. Ja, de schrik zat er op Castle-House nog in.

De laatste schaduwen verdwijnen, maar hoog in 't uitspansel is 't nog blauw en vlokkig wit. Het groen der boomen wordt donkergrauw en over het gras der weide hangt een lichte sluier van dauw, nu en dan bewogen door den zwakken wind. 't Is avond geworden. Een enkele ster schittert reeds aan den hemel, die zich effen en donkerblauw over de aarde welft.

De maan aan het uitspansel, de sluimerende natuur, deze geruchtlooze tuin, het rustige huis, het nachtelijk uur, het oogenblik, de stilte gaven aan den eerbiedwaardigen slaap van dezen man iets onbeschrijfelijk plechtigs en omhulden, met majestueuzen, stillen luister, zijn wit haar, zijn gesloten oogen, zijn gelaat, waarop alles van hoop en vertrouwen sprak: dit hoofd des grijsaards en dien slaap des kinds.

't Regent nog buiten, maar zachtjes en afgebroken, want het onweer is voorbij en slechts enkele wolken, die door het uitspansel trekken, ontlasten zich over de aarde. Heel in de verte rommelt het nog dof en in het zuiden flikkert enkele oogenblikken het weerlicht. Dorus zit nog altijd op de onderste trede der trap, met het hoofd voorovergebogen. Hij schreit. Arme knaap!

Statig zette de Maan haar loop aan het uitspansel voort. Nog eenige graden, en zij zou het punt bereiken, waar het projectiel haar ontmoeten zou. Barbicane had berekend, dat zij zouden nederkomen op het noordelijk halfrond, juist waar de bergen schaarsch, maar de vlakten uitgestrekt zijn.