Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Maar hunne grootste domheid bestond hierin, dat zij in hunne Vlaamsche eenvoudigheid geloofden, dat het beter was alle dagen eenen eerlijk gewonnen stuiver ter zijde te kunnen leggen, dan zich met treken en met bedriegerij in twee of drie jaren zoo rijk te tooveren, dat iedereen de oogen er van openspalkt en met verwondering uitroept: «Maar! maar!

Daarom spreekt het tweetal dan ook maar zijn eigen voorraad aan, dien zij uit voorzorg hebben meegebracht. Doch de reuk van de gezouten haring is zoo sterk, dat de kinderen zich aan de deur verdringen, en de weduwe Hasselaer, die juist van de wallen komt en zich van haar borstkuras ontdoet, woedend uitroept: "Laffe kerels, wat doet gij? Zulke lekkere beetjes zijn voor de gewonden!"

Doch zijn gastvrouw is er op gesteld om hem het gebruik van deze Italiaansche uitvinding te wijzen, en toont hem, hoe hij dit instrument aan zijn mond kan brengen, zonder in zijn tong te prikken, waarbij Guy lacht en op treurigen toon uitroept: "Ik smeek u, Dona Hermoine, laat mij niet meer bloed verliezen!"

"Gauw geef ze hier!" En Elizabeth gaat zitten en kijkt ze haastig door, waarna zij uitroept: "Zij wilden mij dus vergiftigen en dien verrader Norfolk op den troon zetten als prins-gemaal van de vrouw, die mijn gevangene is. Dat beslist het lot van Norfolk! Hij is gisteren door de Lords veroordeeld wegens hoogverraad. Deze brieven, Burleigh, zijn zijn doodvonnis.

Soms kan het er zoo levendig toegaan, dat men onwillekeurig uitroept: Wat moet die oude markt wel geweest zijn in de dagen van Herodes den Bouwmeester! Welnu, ons verhaal voert ons juist naar die dagen en naar die markt.

Ook ik ga slapen, in de blijdste stemming, met een hart dat uitroept: "O goedheid Gods, nooit recht geprezen! Heet hij een mensch, dien Gij niet treft? Hoe snood ondankbaar moet hij wezen, Die 't hart niet vroolijk tot U heft! Neen! alles aan God dank te weten, Zij steeds mijn plicht, mijn werk, mijn lied! De Heer heeft nimmer mij vergeten; Vergeet, mijn ziel! den Heer ook niet!"

Aan zulke macht, door de stormtuigen van Gent geholpen, kan Brugge geene twee dagen weerstand bieden, ten minste zoo beweren zij het met eenen grooten schijn van reden." "Maar gij vergeet het Kerlenleger", bemerkte Disdir Vos. "En indien men den landstorm in Kerlingaland uitroept, zullen wij dan niet insgelijks een even ontzaglijk leger in het veld brengen?" De bode trok de schouders op.

Niet de vele avonturen der ridders kunnen wij zoozeer waardeeren, maar wel hebben wij Adelaert lief als een broeder, wanneer hij uitroept: "Beyaert! Beyaert! een valschen heer hebt gij gediend en met slecht loon wordt gij betaald."

De priesteres vraagt hem: Orestes, kunt ge een woord des harten hooren? waarop hij uitroept: Bewaar het liever voor een vriend der goden. Ze deelt hem nu mede dat ze zijn zuster is, en hij herkent de stem, maar gelooft nu, door zijn wroeging overmeesterd, dat door haar mond een wraakgodin hem met valsche hoop wil tergen.

Maar nauwelijks zijn de kampioenen weer gezeten en hebben zij geproefd van de kaviaar, de haring of de ansjovis, als de knechts de bekers ook reeds weer gevuld hebben en Floris uitroept: "Nogmaals!" Wederom staan zij op en naar binnen vloeit de Rijnwijn; daarna werpen zij zich weer op de spijzen, want met dronkenschap gaat gulzigheid gepaard.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek