Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Het voorbeeld volgend van den vijand, die zich berucht heeft gemaakt door zijn wreedheden, dringen de Hollanders vooruit, en langzaam en in koelen bloede, zooals slagers te werk gaan, maken zij de Spaansche gewonden af, die tevergeefs om genade smeeken. Gedurende het gevecht zijn Guy en Haring steeds aan de zijde van Kenau Hasselaer gebleven.
"Piekeniers vooruit!" schreeuwt De Billy, doch een oogenblik later wordt hij gewond en van het tooneel van den strijd weggedragen en de piekeniers rukken niet snel genoeg aan, want Kenau Hasselaer veegt, aan het hoofd van haar vrouwen, het hulpravelijn schoon en drijft iederen Spanjaard, die nog leeft, in het blokhuis bij de Kruispoort. Daarna lacht zij schor: "Wij hebben het gevuld.
En naar de pracht van de draperieën en den hemel van het bed kijkend, mompelt hij: "Een week geleden sliep ik in de herberg van Hasselaer te Haarlem!" en als al de verschrikkingen van den honger en den dood in de belegerde stad hem opnieuw voor den geest komen, schijnt zijn tegenwoordige weelderige omgeving hem bijna een droom toe.
Wij met ons beiden zullen hier niet veel uitrichten," roept Haring uit. "Gij niet?" roept Kenau Hasselaer uit; "nu, wij wel. Vrouwen van Haarlem, toont dezen knapen, wat vechten is!" Zij doen het en maken Haring, die een held is, evenals Chester, den wakkeren Engelschman, bijna beschaamd door haar daden van dapperheid Kenau Hasselaer en andere zestiende-eeuwsche Amazonen. "Duivels!
Dit nu is geenszins merkwaardig, daar hetzelfde van tal van andere plaatsen wordt verhaald; zoo werd ook Haarlem gered door Kenau Hasselaer en Venloo door Geertrui Bolwater. Eigenaardiger is, dat Franeker gered werd, doordat twee maagden de laatste brooden van de wallen wierpen. De vijand dacht nu, dat de stad geen gebrek had en hief de belegering op.
Ofschoon hij Haarlem inneemt en zijn beulen, vijf in getal, er dag en nacht aan het werk zijn, om de burgers van die ongelukkige stad te vermoorden en de dapperste verdedigers van haar wallen te onthalzen, Ripperda, Hasselaer en haar andere helden en heldinnen, stoot Don Fernando voor Alkmaar het hoofd.
Daar hebt gij bijvoorbeeld de weduwe Kenau Hasselaer, de Spanjaarden vluchten voor haar veel eerder, dan voor menigen man van het garnizoen." "Alles goed en wel," zegt Guy, "maar ik heb mijn vriend, den beminde van het meisje, beloofd, haar veilig buiten Haarlem te brengen." "Hoe zoudt gij dat kunnen?" vraagt de burger grimmig. "Dat is mijn zaak, als zij het er op wagen wil."
Doch Kenau Hasselaer is onverbiddelijk en de gewonden krijgen de haring. Guy en Haring kijken elkaar verbluft aan. "Wij zullen ons morgen vroeg," zegt de Engelschman, "moeten melden om op rantsoen gesteld te worden. Het is, geloof ik, een half pond beschimmeld brood, gemaakt van zemels." "Voor den duivel!" bromt de Hollander. "Wij moeten hier zien uit te komen, zoolang wij nog krachten hebben.
Ook de vrouwen werden met eene gloeiende geestdrift bezield: Kenau Hasselaer, eene weduwe, die tot eene der aanzienlijkste familiën behoorde, stelde zich aan het hoofd eener schaar van 300 vrouwen en meisjes, met wie zij aan alle gevechten gedurende de belegering deelnam.
Daarom spreekt het tweetal dan ook maar zijn eigen voorraad aan, dien zij uit voorzorg hebben meegebracht. Doch de reuk van de gezouten haring is zoo sterk, dat de kinderen zich aan de deur verdringen, en de weduwe Hasselaer, die juist van de wallen komt en zich van haar borstkuras ontdoet, woedend uitroept: "Laffe kerels, wat doet gij? Zulke lekkere beetjes zijn voor de gewonden!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek