Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
Een dame van een jaar of zes en twintig kwam de tram binnen, statiglijk, rijzig in haar bruine mantelpak, de opstaande kraag, manchetten en onderkant van mantel en rok afgezet met zwart bont, de handen in een groote, afhangende mof van 't zelfde bruine laken met 't zelfde bont bezet, klein bruin hoedje met zwart bont op 't fijne gezichtje. Alles echt lijn 2, Museumkwartier.
Hij woonde daar op zijn dorp bij den veearts in, een oud en rustig man. Die had hem ook 's morgens op zijn karretje meegenomen naar het naaste tramstation, en daar de tram toch nog vooreerst niet kwam waren ze samen bij de zieke koe geweest. Het had hem gespeten dat hij daar weg moest; hij zou er ook bepaald teruggaan.
De beugels trilden op den leiddraad, met een geluid van zink. De tram hield stil. Hij was aan zijn terminus gekomen, en een andere die gereed stond, reed weer af. Ik stapte uit, door den peinzenden man gevolgd. Ik zag een oogenblik zijn donkere silhouet naast mij; en dan verdween hij, als door de duisternis opgezogen. Al spoedig was ik voorbij de enkele slapende huizen die daar stonden.
Kijk, voor het kantoor der trams net een brug; een tram zoo groot als een echte er midden op, niets ontbreekt aan het vernuftige latwerk, wit en oranje van kleur, met groen en vlaggen gesierd. De meisjes blijven staan om te bewonderen; Dora begint de electrische knoppen te tellen, die den avond in dag zullen veranderen.
De stadstram bracht mij van 't hôtel naar het eindstation Majorstuen, waar men overstapt in de tram naar Holmenkollen; een fraaie rit langs eenige buitenplaatsen en ten laatste stijl berg aan door bosch met bij toeneming mooie uitzichten op de omgeving.
Gelukkige Lili, die zoo vrij mocht weenen, die zoo vrij al in jubelenden overmoed, mocht uitroepen: Wat kan ons mevrouw Eekhof schelen, als we van elkaâr houden! De tocht ging naar een boer, welbekend bij de Verstraetens. Langs den Loosduinschen weg, in de brandende zon, reed de volle Jan-Plezier, een enkele maal door de tram tegemoet gestoomd.
Want daar wou Edward 't liefste heen, hij was er nog niet geweest na zijn terugkomst. Al gauw kwam schel-bellend de tram aan. Ze gingen binnen zitten, waar de drie anderen moeite hadden André, die heel druk geworden was, 'n beetje stil te houden, en ze kwamen aan 't circus, en gingen op den eersten rang zitten. De voorstelling was al lang begonnen.
In bouffanten en cachenez, pelzen en overjassen, mantels en doeken gehuld en gestoken, komen halfbevroren derde-klasse reizigers en huiverende eerste- en tweede-klasse passagiers door den uitgang. Sommigen hollen wat ze kunnen, om de tram te bereiken, voordat alle plaatsen bezet zijn; anderen loopen hard, om warm te worden; en weer anderen haasten zich naar de gereedstaande rijtuigen.
Die dame in de tram had een klap op haar gezicht moeten hebben en 't dichtertje ook. Gek, in andere verhalen vindt ze zulke dingen niet zoo erg. 'k Denk dat 't komt doordat ik dit geschreven heb. Ze moet toch den auteur weten te onderscheiden van meneer Nescio, maar dat gaat haar te hoog. De situatie is voor mij pijnlijk, mijn huiselijk geluk is ietwat gestoord, toch ga ik door.
De electrische tram haalde hen in en trok een lange rij dorre en gele bladen warrelend en schuifelend, ritselend achter zich aan, een lolletje Gods, datti zich wel veroorloven kon op zoo'n dag. Van Beek stegen ze naar Berg en Dal slingerend door de heuvels. En de heuvels waren te laag en niet steil genoeg, hoe kon je daar moe worden?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek