United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wanneer de gevaarlijkheid als maatstaf voor de belangrijkheid van de Zoogdieren moest gelden, zou men aan den Tijger den eersten rang dienen toe te kennen; want hij heeft zich tegenover den beheerscher der aarde verzet op een wijze, waarvan geen tweede voorbeeld te vinden is.

Het woord Tijger wordt daarentegen in de meeste overige talen, en in het Hoogduitsch altijd, ter aanduiding van den eigenlijken Tijger gebruikt, aan welken men in het Hollandsch, om hem van den Luipaard of gevlekten Tijger te onderscheiden, den bijnaam van Konings-, gestreepten of Bengaalschen Tijger geeft."

En gij hebt hem toen van mijn geval met den tijger van Gaurapada verteld? Ik geloof inderdaad van ja! En zeidet gij soms ook iets omtrent den kluizenaar en diens uiterlijk voorkomen?

Ik schiet nooit of ik moet weten dat ik tref, anders is 't maar zonde van de patroon, antwoordde hij bedaard en toen even lachend: maar ik ben ook niet voor een hoop kerels op den loop gegaan! Waarvoor dan kapitein? Nu, raad eens! Voor een tijger! Ba! dat is maar 'n poes, zooals de resident te Mechelen zei, die in Indië de tijgerjager bij uitnemendheid was.

De gestalte van den Jagoear verraadt meer kracht dan behendigheid en is eenigszins log. De romp is niet zoo lang als die van den Luipaard of van den Tijger, en de ledematen zijn in verhouding tot den romp korter dan bij deze Katten.

De stem van den Tijger staat, wat kracht betreft, ver achter bij die van den Leeuw. Gewoonlijk bestaat zij uit een langgerekt, klagend geluid, dat verscheidene malen korter en sneller herhaald wordt.

"De Eskimo," zegt hij, "is een roofdier, zonder eenig ander genot, dan het eten; hij mist elk zedelijkheidsbeginsel, en verslindt al wat hij bemachtigen kan evenals de gier en de tijger;.... hij eet slechts om te slapen, en slaapt alleen, om weder zoo spoedig mogelijk te kunnen eten."

Wij zijn overtuigd dat, zoo de zielen voor het oog zichtbaar waren, men duidelijk het zonderling verschijnsel zou zien, dat ieder individu van het menschelijk geslacht met een of andere diersoort overeenkomt; en men zou zich gemakkelijk van de nauwelijks door den denker vermoede waarheid kunnen overtuigen, dat van de oester tot den arend, van het zwijn tot den tijger, alle dieren in den mensch zijn, en ieder hunner in een mensch is.

Reeds uit haar lichaamsbouw blijkt haar voortreffelijkheid. Zij is een lief leeuwtje, een tijger in miniatuur. Al hare lichaamsdeelen zijn evenredig, geen er van is te groot of te klein; daarom valt aan haar reeds de geringste afwijking van den regel in het oog.

De vreeselijke worsteling, die zou plaats hebben en waaruit misschien niemand onzer levend zou ontkomen, deed hem het hart zelfs niet sneller slaan! Op dit oogenblik dacht ik, dat de tijger eindelijk zijn sprong zou nemen. Hij deed nog vijf schreden vooruit. Ik had al mijn geestkracht noodig om kapitein Hod niet toe te roepen: »Maar schiet dan toch! schiet!" Neen!