United States or Slovenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wees gerust!" antwoordde ik, "ik zal onderweg niet loopen spelen." Terstond begaf ik mij naar de opening der galerij. Ik maakte mijne lantaarn open en greep het uiteinde der lont. De professor hield zijn tijdmeter in de hand. "Zijt gij gereed?" riep hij mij toe. "Ik ben gereed!" "Welaan dan! vuur, mijn jongen!"

Vroeger stond een wacht bij die klok, die elk uur dat verstreken was, luide in de stad verkondigde, zoodat de heele bevolking kon weten hoe laat het was. Men zegt, dat de arme menschen nog steeds deze klok als hun tijdmeter gebruiken. Wij brachten ook een bezoek aan de doodenstad. Dat is een groot steenen gebouw even buiten de stad gelegen.

De beschuit en het gedroogde vleesch werden doorgespoeld met eene mondvol water en jenever. Toen het ontbijt afgeloopen was, haalde mijn oom een aanteekenboekje voor de waarnemingen bestemd uit den zak; hij nam achtereenvolgens zijne verschillende werktuigen en schreef de volgende gegevens op: Maandag 1 Juli. Tijdmeter: 8 uur 17 min. des morgens. Barometer: 292 millimeter.

Mijn oom teekende van uur tot uur de aanwijzingen van het kompas, van den tijdmeter, den luchtdichtheidsmeter en den thermometer op, die hij later in het wetenschappelijk verhaal zijner reis heeft opgenomen. Hij kon zich dus gemakkelijk rekenschap geven van zijn toestand. Toen hij mij mededeelde, dat wij waterpas vijftig uur gaans ver waren, kon ik een uitroep niet weerhouden.

"Komt gij eindelijk op de hoogte, mijn jongen?" zeide de professor lachende. "Ik kom er niet, maar ben er reeds." "Wacht even! Wij zullen beginnen met eenige uren rust te nemen." Ik vergat waarlijk, dat het nacht was. De tijdmeter vertelde het mij wel. Weldra sliepen wij allen rustig, nu wij behoorlijk verkwikt en verfrischt waren. Te horizontaal. Bijna loodrechte put. Onder den Oceaan.

Ik stak de lont, die bij de aanraking knetterde, gezwind in de vlam en liep pijlsnel naar den oever. "Kom aan boord!" zeide mijn oom, "steek van wal!" Met een krachtigen stoot verwijderde Hans ons van den oever. Het vlot dreef omtrent twintig vadem ver. Het was een benauwd oogenblik. De professor staarde op den wijzer van den tijdmeter. "Nog vijf minuten," zeide hij. "Nog vier. Nog drie."

Van onze werktuigen was er niets over dan het kompas en de tijdmeter. De ladders en touwen waren weg, op een eindje kabel na, dat om de stomp van den mast zat. Geen houweel, geen breekijzer, geen hamer was er meer, en, onherstelbaar ongeluk! wij hadden voor geen dag levensmiddelen meer!

Zonder hetzelve zouden wij gevaar loopen er voorbij te gaan en bij de tegenvoeters uit te komen." Die scherts was wreed. "Maar het kompas?" vraagde ik. "Hier ligt het op deze rots, in volmaakte orde, evenals de thermometers en de tijdmeter. O! die jager is een onwaardeerbaar man!" Ik moest erkennen, dat er op het punt van de werktuigen niets ontbrak.

"Wel, mijn jongen! vreest gij dat?" zeide mijn oom met op elkander geklemde tanden; "maar stel u gerust, dit oogenblik van kalmte kan niet lang aanhouden; het duurt nu reeds vijf minuten en weldra zal onze opklimming naar den mond des kraters weder beginnen." Zoo sprekende hield de professor niet op zijn tijdmeter te raadplegen, en alweder zouden zijne voorspellingen vervuld worden.

3e Een tijdmeter van Boissionnas Junior te Genève, juist geregeld naar den middagcirkel van Hamburg. 4e Twee kompassen voor de helling en de afwijking. 5e Een nachtkijker. 6e Twee toestellen van Ruhmkorff, die door middel van een electrischen stroom een zeer draagbaar, veilig en weinig plaats innemend licht gaven .