Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 november 2025
"Wat mij betreft, is die maatregel noodeloos, want het zal niet in mij opkomen voor u op den loop te gaan. Ik begrip de ware reden. Gij verbeeldt u, dat ik vlugger en behendiger ben, dan gij zelf zijt, maar minder sterk; en nu wilt gij mij met die riemen den pas afsnijden, om met mijn goede eigenschappen mijn voordeel te doen. Enfin, het is mij tamelijk onverschillig!
Door het dennenbosch daarboven voerde een pad naar den papiermolen, dat eveneens hier uitkwam; de weg daalde tamelijk steil naar beneden in het dorpje; onder de breede takken van een lindeboom stond een door de sneeuw bedekte steenen bank. Uit het dorp klonken duidelijk de tonen van een posthoorn. "Wijl ik van u scheiden moet, Bied ik u den afscheidsgroet! Meisjelief, adé, 't Scheiden doet wee!"
Enkelen laten zich door iemand dien zij als vriend beschouwen, betasten en streelen, geven hem een poot, en veroorloven hem zelfs hun een vuist in den bek te steken, enz. Naar het schijnt, zijn de Zeehonden voor alle dieren, die niet tot de Visschen, Weekdieren of Schaaldieren behooren, tamelijk onverschillig; het zou echter verkeerd zijn, dit op rekening van hun goedaardigheid te stellen.
Het was een gemakkelijk, doch ook een tamelijk vervelend leven, dat beide jonge mannen hier leidden, en de eentoonigheid werd slechts afgebroken door plotselinge, kleine kafferopstanden, die uitsloegen als het vuur uit een smeulenden puinhoop. Maar de arme Kaffers, die de dwaasheid hadden, om te rebelleeren tegen Rhodes' ijzeren vuist, hadden het zwaar te verantwoorden.
Hij zette zich op den grond neder, nam met de grootste beleefdheid de sigaar aan, die de kapitein hem aanbood, en zeide, nadat hij eenige oogenblikken met welbehagen den geurigen rook had opgesnoven, in tamelijk goed Fransch: Ik kom van Tanger en moet nog verder gaan. Ik dacht op mijn paard te kunnen vertrouwen, maar ik zie, dat ik te veel van zijne krachten heb gevergd.
Landloopers en gauwdieven vermommen zich dikwerf als pelgrims, veinzen eene buitengewone vroomheid, verkoopen twijfelachtige relieken tegen klinkende munt aan dienstmeiden en lichtgeloovige oude vrouwen, en verzekeren zich alzoo, zonder veel moeite, een tamelijk gemakkelijk levensonderhoud.
De kop is groot, breed en eenigszins verlengd, de snuit is middelmatig lang, tamelijk breed, naar voren eenigszins versmald en bijna recht afgeknot, de bovenlip is met stevige donkerbruine snorborstels bezet, die een lengte van 15 cM. kunnen bereiken; het oog is tamelijk groot, rond, bolvormig uitpuilend; het oor is buitengewoon klein, men ziet er eigenlijk niets anders van dan een rondachtig gat, dat niet eens door een huidzoom omgeven is; de neus eindelijk verschilt aanmerkelijk bij het mannetje en het wijfje.
Hier kan men eerst recht zien, wat het uitroeien van bosschen tot gevolgen kan hebben. Vroeger moet deze streek tamelijk dicht bevolkt geweest zijn; dat bewijzen de gevonden grotwoningen, de dolmens en de vele ruïnes uit den tijd der Romeinen.
Hij onderhield zich vrijwel met iedereen, ook met mij, tamelijk uit de hoogte; en, gelijk steeds in den omgang met menschen, wier optreden wijst dat het voor hen vaststaat dat ze met mij uit de hoogte verkeeren kunnen, en die ik niet van meer nabij ken, voelde ik ook nu, dat hij in dit opzicht volkomen in zijn recht was.
In waarheid prijkte zij met mooi blond haar en met een paar heldere bruine kijkers. De vergelijking van hare lippen met rozen, van haren hals met leliën en van haar welig ontwikkeld bovenlijf met de golven der zee, kon insgelijks, hoe weinig oorspronkelijk ook, er tamelijk wel mee door. Alleenlijk ware er tegen den versregel »slanker geen ree" eenige critische bedenking te opperen geweest.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek