Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 mei 2025
Het meest vreesde hij eigenlijk van het tumult door Luther gewekt, voor de zaak der taalstudie en der fraaie letteren. Daaraan had Erasmus het meest zijn hart verpand. Hij was voor en boven alles de humanist. De onkunde, het barbaarsch latijn der lagere geestelijkheid was hem een oprechte ergernis.
Of men ooit met eenigen schijn van naauwkeurigheid de taal zal leeren kennen, die door onze Germaansche voorvaderen gesproken werd, eer zij zich nog in onderscheidene dialecten verdeeld had, zullen wij het veiligst dienen over te laten aan de vlijtige nasporingen der geleerde mannen, welke de Indo-Germaansche taalstudie tot het doel van hun leven hebben gesteld.
Hij wijst er op, wat, naar zijne meening, eigenlijk bedoeld wordt met dat woeden tegen Luther; zij die dit doen "kunnen niet verdragen, dat de letteren en de taalstudie weer tot bloei komen, dat de classieken weer opleven, die totnutoe van de motten gegeten werden, en bedolven waren onder het stof".
Hij mag nog zes maanden in het ouderlijke huis inwonen, leest ondertusschen de romantische dichters onder voorwendsel van grondiger taalstudie. Op het aandringen van vader biedt hij zich na enkele maanden wachten aan bij een paar kooplui, maar laat zich door hun koele ontvangst afschrikken en is vast besloten, nooit zulke stappen meer te wagen.
Daar was haar kamer, haar huis: hoe zou ze daar nu werken gaan, studeeren; zich wijden aan de "romantische" taalstudie, aan de wetenschapskunst! "Elsi!" kwam ze binnenstuiven. Maar Han zat op de canapé, leunde elegant met z'n arm op de kussens, en luisterde glimlachend naar Elsi, die, met 'n blozend gezichtje, op 'n laag stoeltje druk te beweren zat.
En in dit opzicht zal 't zeker mogelijk zijn." En Go zuchtte zacht: "O, als we maar eenmaal zoo ver zijn, dat we het béste, dat we doen, sámen doen; dan zal alles vanzelf goed worden." "Nou; en toen?" vroeg Gerard, heen en weer loopend van blijdschap en opgewondenheid. "Toen vroeg hij, of ik er nú niet over dacht in vergelijkende taalstudie door te gaan.
Mijn man opende een kliniek voor de dorpelingen, waar hij twee morgens elke week ging werken, en de menschen waren er zeer mee ingenomen, daar ze, meen ik, nooit een engelschen dokter bij zich hadden gehad. Wij maakten van onze vacanties altijd gebruik voor taalstudie, want mijn man kon daar bij zijn werk in de stad haast geen tijd voor vinden, en wij wilden beiden goed Perzisch leeren spreken.
Nadat hij zich met taalstudie en rhetorica beziggehouden had en de stelsels der oudere wijsgeeren grondig bestudeerd had, trad hij als leeraar op. Hijzelf was de eerste, die zich sophist noemde en liet zich voor zijn onderwijs 100 minae betalen. Hij loochende het bestaan van absolute, objectieve waarheid en leerde, dat voor den mensch alles was zooals het hem toescheen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek