Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 mei 2025


En de visschen met hun zilveren schubben hadden Antigoon gezegd, dat de Schelde hem meer moest geven dan het vleesch van hun graat. En Antigoon bulderde weder: Menschenworm! zijt groot zooals ik, of anders anders zult ge tol en schatting betalen, tol en schatting aan Druon-Antigoon, den eeuwigen reus in zijn burg!

Die op de brug kwam, moest tol betalen; die in de herberg kwam, betaalde den inzet en moest zijn beurt laten voorbij gaan; die in de put kwam, betaalde eveneens den inzet, en bleef daar zitten, tot hij verlost werd; die in den doolhof kwam, betaalde den inzet en telde drie terug; die in de gevangenis kwam, betaalde en bleef daar, tot hij verlost werd, die o schrik! op den dood kwam, betaalde den inzet en moest van voren beginnen.

Onder dezen indruk besloot hij in stilte, te trachten zich zoo spoedig mogelijk de tevredenheid van den ouden heer te verwerven, en als hij bevond, dat de Vos onverbeterlijk was, wat hij half en half vermoedde, voor de eer van zijn verderen omgang te bedanken. Daar Jack Dawkins er op tegen had, vóór den avond in Londen te komen, was het bijna elf uur toen zij de tol bij Islington bereikten.

De oudste naam, waaronder de Grieken het kenden, was Cissia, Cyssia of Cossia, naar de roofzieke Cissaei of Cossaei, die de bergpassen naar Media beheerschten en zelfs de perzische koningen voor hun doortocht tol lieten betalen. In de vlakte woonden de Elymaei, vreedzame landbouwers. In de bergen was het klimaat ruw, over dat van de vlakte zie men Susa.

Zich machtig genoeg wanende, om niets meer te ontzien, herstelde Willem van Normandië den tol der dienstbaarheid, den baljaart, alhoewel hij bij zijne inhuldiging plechtiglijk had gezworen dat deze gehate belasting nimmermeer zou worden geëischt.

Tollen, ballen en hoepels behooren tot de kinderspelen der tweede periode, tot de jongens- en meisjesspelen. Het heeft den schijn, alsof in de eerste periode meer met het kind gespeeld wordt, dan dat het zelf speelt. Deze opvatting is onjuist: het kind speelt intensief lang vóor het niet alleen hoepel en tol, maar zelfs pop en hobbelpaard heeft leeren kennen.

"Van wie spreekt men?" vroeg Segher Wulf zeer stil aan Eustaas Van Steenvoorde. Maar Ghyselbrecht, die het had gehoord, antwoordde op tergenden toon: "Vraag niet naar bekende dingen, mher Wulf. Van de Kerels spreek ik, en gij weet het wel." "De Kerels zijn vrij geborene lieden; men heeft het recht niet om hun den tol der dienstbaarheid op te leggen!" wedervoer Segher Wulf. "Vrijgeborene lieden?

En opdat zij dies met eer zouden kunnen gebruiken, wordt hun ieder een twintigste deel van onze Tol binnen onze goede stad Brugge toegestaan tot onderhoud van hun huizen." Voordat de afkondiger geëindigd had, kwam het schaterend gejuich der wevers en beenhouwers zijn stem verdoven.

Maar de arme schippers konden niet groot zijn zooals die geweldige burgheer, en ze betaalden hun tol en hun schatting, want deden zij 't niet, dan rukte de wreede hen weg van het roer, en hieuw met zijn vreeselijk slagzwaard hun handen van 't lijf, en wierp ze, och arme! ten aas voor de visschen in 't diep van den stroom. En gansch het land schreeuwde wraak.

"Ach, ik zal die woordenmarteling maar ondergaan," mompelde Rodolphe, terwijl hij zich door den witten hoed liet medenemen, die hem inderdaad zijn trommelvlies half kapot praatte. Toen zij bij den Pont des Arts kwamen, zeide Rodolphe: "Ik moet je nu verlaten, daar ik geen geld heb, om de tol voor de brug te betalen."

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek