United States or Democratic Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was nu geheel nacht; en de duisternis verhoogde den rooden gloed der vlam, die ten noordwesten opsteeg als achter een gordijn van regen, hetwelk aan het vuur een des te fantastischer aanzicht gaf. De monnik ontdekte echter spoedig, dat de brand zeer vermoedelijk een andere oorzaak had, dan die, welke er door Sytsken aan gegeven was.

"Wie had het ooit gedacht?" voegde Sytsken er bij: "dat een Jonker beter een verband zou leggen dan Freule Madzy, die ik niet dacht dat haars gelijke had." "De oorlog maakt ons deze kennis vaak noodzakelijk," zeide Deodaat: "maar nooit heb ik haar met zooveel genoegen in het werk gesteld als nu."

De Olderman richtte zich op toen zij binnentraden: hij zag zwijgend Reinout aan, die zich naast zijn sponde op de knie liet neervallen en de vermagerde hand van Aylva kuste. Deze trok haar zachtjes, zonder ruwheid, terug, verzocht Sytsken een waterkruik naast het hoofden einde te plaatsen en vervolgens het vertrek te ruimen.

"Dacht ik het niet?" zeide Sytsken: "en wist gij nergens beter raad te krijgen, dan bij die nuffen?" "Zwijg Sytsken!" zeide Aylva: "en laat Feiko zijn rede voleindigen. Welnu gij waart dan bij Wybinga."

"Welk een kwelgeest schept behagen om mijn brein in de war te brengen?" riep Reinout, die deze woorden op Madzy toepaste, hoewel het slechts Sytsken geweest was, die naar den welstand der zieke was komen vernemen: "Hoe!" vervolgde hij, terwijl hij met groote stappen het vertrek op en neder ging: "zij was hier: ik had haar kunnen spreken, en ik heb mij laten ophouden door de guichelstreken van een bedrieger, die zijne ziel aan Satan verkocht heeft om vrome lieden te verstrikken; maar ik zal hem zijne schelmsche ontwerpen uit de keel halen; en zoo hij mij langer zoekt te blinddoeken zal zijn helsche list hem niet tegen de scherpte van mijn dolk beveiligen."

"God geve," zeide Madzy: "dat deze ontmoeting zoo gezegend voor u afloope, als ik dit van harte wenschte. Maar zeg mij, Sytsken! heeft de Olderman uit zich zelven naar den Ridder gevraagd? Wist hij, dat die zich hier bevond?" "Wat zal ik zeggen?" zeide Sytsken: "zooeven werd hier vrij heftig gesproken: onze goede Heer ontwaakte ervan.

"Wie vermeet zich zulke buitensporigheden?" vroeg hij op zijn beurt, na de klacht van Sytsken te hebben vernomen, terwijl zijn valkenoog langs den volkshoop rondwaarde. Een enkele blik was hem genoeg om te ontdekken wat er gaande was.

"Is de vrouw van Walger ziek?" vroeg Deodaat. "Er is een ongeval gebeurd," antwoordde de onbekende: "zij heeft een wond aan het hoofd bekomen." "Ja freule!" voegde Sytsken er bij: "zoo gij dat een ongeval noemt.... alsof het niet de schuld van dien boozen boschwachter ware: dat het een rechte smijtersbaas is, heb ik van morgen al opgemerkt."

"Is dat om aan Tjetske Wybinga te behagen, dat gij u als een schipper kleedt?" vroeg Sytsken, spijtig. "Maar Feiko!" zeide Madzy, op een zachten toon van verwijt: "wat kan het den Olderman schelen, hoe gij er uitzaagt en wat gij aan 't lijf hadt?"

"Kom Madzy! kus onzen nieuwen huisgenoot welkom." "Dat zou hij voor dertig jaren niet gezegd hebben," beet Feiko al lachende zijn vrouw in 't oor. "Stil!" duwde Sytsken haar man toe: "hoe kunt gij daarmede spotten? Ik ben er geheel van aangedaan." Een uur later was het gansche huisgezin met den nieuwgekomen gast aan den avonddisch gezeten, en gaf deze laatste een korte schets van zijn avonturen.