Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
"Ik ben overtuigd," zeide Sytsken, die in een hoek van het vertrek zat te spinnen, "dat hij weer bij Auke Wybinga heeft gezeten en daar zijn tijd verpraat."
"Een oogenblik, mijn kind!" zeide Aylva, haar terughoudende; "het is onnoodig, dat gij u daarmede bezighoudt. Ik heb reeds aan Feiko en aan Sytsken gelast, daarvoor te zorgen." "Hoe, mijn waarde voogd?" zeide Madzy, verbaasd stilstaande, want het was de eerste reize, dat de Olderman haar beletten wilde, een liefdewerk in persoon te verrichten.
"En gezonden ook, naar ik merk," hernam zijn vriend, rondziende: "'t verwondert mij niet, dat gij mij in zulk gezelschap vergeet. Zult gij mij het genoegen doen, mij aan deze jonkvrouwen voor te stellen? want zeker hebt gij reeds kennis gemaakt. Madre di Dio! deze hier heb ik meer gezien." Dit zeggende pakte hij Sytsken bij den arm, die zich haastig losrukte.
Is dat een gezelschap voor den dienaar van een edelman?" "Gelooft gij, dat wij oudewijvenklap van schippers en voerlui willen aanhooren?" vroeg Aylva: "kom tot de zaak: wij hebben met uw gedraai niet noodig." "Wij komen er al," zeide Feiko, Aylva en Sytsken beurtelings aanziende: "maar als men mij ieder oogenblik in de rede valt, zie ik geen kans om alles te vertellen zonder iets te vergeten."
"Sytsken! loop naar den Olderman" brulde Feiko: "en zeg hem, hoe die honden met een vrijen Fries handelen." "Wees zoo dwaas niet, zoet zusje!" zeide de koddebeier, die intusschen weer op de been geraakt was, terwijl hij Sytsken bij den arm nam: "laat uw lompen vrijer gerust aan zijn lot: de Schout zal wel weten wat met hem te doen: kom, geef mij een arm: ik zal u brengen waar gij wezen wilt."
"De pater is zooeven naar zijn cel vertrokken," antwoordde Sytsken, die op het binnenplein stond: "een schoone Ridder, die spoorslags van Haarlem was komen rijden, heeft naar hem gevraagd en een paar woorden met hem gewisseld zonder af te stijgen, waarna hij weder is voortgereden."
Hier werd hun gesprek gestoord door Sytsken, die, de deur uitkomende, zich tot Reinout wendde en hem te kennen gaf, dat de Olderman verlangde hem te spreken. "Is het mogelijk!" riep Reinout uit, terwijl een glans van vergenoegen zich over zijn gelaat verspreidde: "ik zie met blijdschap, dat de toestand mijns vaders niet zoo erg is, als mij die werd afgeschilderd."
Sytsken leide het kind op het bed, en hield een kommetje met azijn en water voor hare schoone meesteres, terwijl deze met den linkerarm het hoofd der lijderes ondersteunde en met de rechterhand het verband der wond bevochtigde. Deodaat nam dadelijk deze gelegenheid waar om nuttig te zijn: en de lamp van de tafel nemende, hield hij het licht bij.
Hij nam, ten einde zich van de waarheid zijner vermoedens beter te overtuigen, den weg langs het ons bekende pad over de weide, trad onverhinderd in huis, en stapte, eer iemand hem had opgemerkt, de bakkerij binnen, waar Feiko, Sytsken en ettelijke dienaars bij de bierkannen vergaderd zaten en aandachtig luisterden naar de oude legende betreffende den draak van 't Roode Klif te Stavoren, welke hun een leekbroeder van Sint-Odulf verhaalde.
"Waarom komt Feiko niet, wanneer ik fluit?" vroeg Aylva met eenige ontevredenheid. "Feiko is hedenmorgen met Sytsken uitgegaan," was het antwoord: "en geen van beiden is nog terug." "'t Is vreemd!" hernam de Olderman: "Feiko is anders niet gewoon, misbruik te maken van mijn goedheid."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek