Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 april 2025
De doorgestane ontbering en de twee regennachten hadden den heer Vasse koorts bezorgd, en in de onmogelijkheid, om de vervolging voort te zetten, zond hij zijn drie padvinders, om te zien, wat er van de gewonden was geworden, terwijl hij strompelend naar Guengéré terugkeerde.
De schout en zijn dienaren traden binnen. Ze grepen haar ruw bij den schouder. "Mede naar de linde van Canne. De schepenen wachten," zoo bevalen zij. Met moeite stond ze op. Strompelend ging ze naast haar geleiders. Toen ze in de verte den lindeboom zag, boog ze haar hoofd. Nu eerst kwam zij tot bewustzijn en wist, van welke misdaad zij werd beschuldigd.
Een oogenblik schijnt Ritter besluiteloos; hij ziet vóór, naast en achter zich, alsof hij iets zoekt, dat hulp kan verschaffen; doch een enkele blik op het fleschje, dat tastbare teeken der hulpvaardigste goedheid, doet zijn aarzeling enden; eensklaps vat hij den boomstok, richt zich met diens behulp geheel overeind; werpt de beenen ook dat, 't welk niet bewogen mag worden buiten het leger: bromt iets om een pijnlijke gewaarwording te onderdrukken, en verlaat strompelend doch met haast zijne woning.
Meer dood dan levend bracht deze zich, struikelend en strompelend, bijna zonder te weten wat hij deed, in veiligheid, en toen hij ver genoeg van den beer verwijderd was, om hem niet meer te vreezen, zette hij het op een loopen, zoo snel zijne voeten hem konden dragen. Loopen loopen, dat hij deed, o, 't was potsierlijk. Wij schaterden van het lachen, maar hij keek niet op of om.
"Mijn bedde, anders nie as mijn bedde," zuchtte hij heesch en haast onhoorbaar, naar de voutekamer strompelend. "Ha moar dreugt ou toch iest; eet en drijnkt toch iest watte!" smeekte Rozeke. "Mijn bedde! mijn bedde?" kreunde hij. "Help mij ontkliën; leg mij in mijn bedde." Rozeke begon te schreien.
De talrijke zuilen driehonderd verschoten achter elkaâr als een bosch blanke stammen, schachten van sneeuw, met breede, blauwige schaduwkanten. Er verwijderde zich door heen een verlaatte voetganger, strompelend.... Hij is dronken, fluisterde Cecilianus.
"Nee... moeder..." "Geloof 'k geen bliksem van... Ken dat van vroeger... Most je toch schamen, zoo, overdag... Jij bent 'n brutale..." "Laat me met rust!..." "Affijn gelijk hè-je... gelijk hè-je..." Strompelend, krakend-kuchend, ging de voddenraapster naar binnen. De twee stoelenmatters werkten door, kletsend en spuwend. De kinderen stoeiden, gillend van pret in de modder.
Een oogenblik later gaat De Vriendt, waggelend, strompelend, zwaaiend, ondersteund door zijn vrienden, naar buiten in de frissche lucht, die hem nieuwe krachten geeft.
Zij konden bijna niet meer loopen, en waren in een deerniswaardigen toestand. Toen ik goed en wel te paard zat, kon het arme dier geen stap voorwaarts doen; 't was alsof zijn pooten van hout waren. Een der Kirghizen was zoo vriendelijk, mij het zijne af te staan. Zoo kwamen wij, al hinkend en strompelend, terug op de plek, waar wij onzen djighite hadden achtergelaten.
Langs zwarte boomstammen, over slangachtige boomwortels, vluchtte ik strompelend, struikelend: ik tuimelde op wrakke pooten het rotsgesteent af.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek