Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Het leven strijkt daar binnen en toetst den heros en afgod, niet aan eenigen maatstaf van politiek of economisch gewicht, maar zuiver naar zijn gehalte aan menschheid.
Is dit geschied, dan heeft de gevormde kaas reeds zoo veel zamenhang, dat men haar uit het vat nemen en omkeeren kan, zoodat de onderkant boven komt. Deze handgreep heeft ten doel de vorming in het kaasvat zoo volledig mogelijk te maken. Men kruimelt het vlak dat in het kaasvat nu boven ligt en strijkt het met de hand vlak.
De Majoorske valt haar in de rede en strijkt haar het lichte, krullende haar van het voorhoofd. "Kind, kind," zegt zij, "hoe kon je er toch toe komen dien dommen Henrik Dohna te nemen!" "Maar ik houd van hem." "Ja, ik begrijp het wel, ik begrijp het wel," zegt de Majoorske. "Een goed kind en niet meer; schreit met de bedroefden en lacht met de blijden.
"Vergeef me klein lief meisje, ik dacht er niet aan dat jij hier waart." Hij strijkt met de hand langs het voorhoofd, en dan: "Jij bent heel wél niewaar? Tenminste.... je ziet er bepaald.... zeer zeer goed uit." Jacoba beschouwt haar vader eenige oogenblikken stilzwijgend met teederen blik. Neen, hij ziet er niet goed uit, in 't geheel niet.
Het strijkt de spitse oortjes in zijn hals, en wringt en kronkelt zich, en strekt het stompje naar mij uit, terwijl het mij snugger aankijkt, met zijn heldere, wakkere, bruine oogjes. Daar komt de vrouw. 'n Pijntsje bier, bezinne. Het glas wordt mij gebracht. Scheun weer, e-woar, meniere? Joa 't doanig scheun weere. Ik proef even van 't bier, dat akelijk zuur smaakt, en weet niets meer te zeggen.
In de zeventiende eeuw was het in het algemeen voor de auteurs waarschijnlijk niet veel beter gesteld. Van schrijvers, die zich met hun arbeid verrijken, hoort men niet; als er iets met een boek te verdienen is, strijkt de drukker dit meestal op.
De oever en de recht opgaande heuvelwand schemeren, grijzig-gestreept van kajoepoetih stammen: op de hoogte staan de magere boomen, met hun als berken blanke, ranke stammen en hun héél hoog gedragen ijle kruin, scherp geteekend tegen het luchteblauw. Als het koel wordt, strijkt de wind een kruidige geur af van het gebladerte.
Walten wordt bleek; dat gezegde: „Enkelen zullen zich jou nog wel herinneren” heeft hem getroffen; onmiddellijk beseft hij de treurige waarheid er van. Ja! hij leeft eigenlijk alleen nog maar in de herinnering van enkelen; den Walten van ’t heden kent men nauwelijks meer. Een paar kille droppels, die op zijn voorhoofd verschijnen, wischt hij met de hand weg, strijkt even over zijn oogen en dan antwoordt hij, met schorre zenuwachtige stem: „’k Heb al een paar oude kennissen opgezocht, en die hebben dadelijk een heele loge genomen; maar
De trekkende Vogels vervolgen vliegend hun weg, zoolang de vleugels hen kunnen dragen; wanneer hun vermoeidheid te groot wordt, strijkt, naar mij door geloofwaardige zeelieden verzekerd werd, het geheele gezelschap op de golven neder, om hier een tijdlang te rusten en vervolgens verder te vliegen. Anders gaat het, wanneer de wind omslaat, of toeneemt tot storm.
Spoedig kwam hij er mee aandragen, bevestigde het aan den dirk en heesch het op. "Ziezoo, massa, dat is voldoende, dat is nu de zoogenaamde aller-natiënvlag! Iedereen strijkt er de zijne voor en nooit wordt ze naar beneden gehaald," zei Mesty. "Komaan, nu we de vlag geheschen hebben, gaan we vuren maar denk er om, één voor één en terdege goed mikken, dan hebben we tijd om weer te laden."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek