Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
"Och, is 't waar?" antwoordde Elinor. "Wanneer gaat u terug naar huis?" "Dat weet ik niet." En daarmee eindigde hun gesprek. Nog nooit had Marianne zoo weinig lust gehad in dansen als dien avond, en nooit had haar die inspanning zoo vermoeid. Zij klaagde erover, toen zij terugkwamen in Berkeley Street.
Thans moet ik melding maken van een ongeluk, dat omstreeks dezen tijd aan Mevrouw John Dashwood overkwam. Toevallig was, bij gelegenheid van het bezoek harer zusters met Mevrouw Jennings in Harley Street, eene harer vriendinnen haar een visite komen maken, op zichzelf geen gebeurtenis, waaruit eenig kwaad voor haar zou kunnen voortspruiten.
Het eenige, wat haar diep trof, het eenige, wat zij vreesde en haatte, was de armoede, en alles wat armoede voor vrouwen van haar rang en haar aard beteekende. Maar er was niet aan te verhelpen; het fraaie huis in Bolton Street moest verwisseld worden met een bovenverdieping bij Edgware Rood.
"Schel nu schel nog eens. "En nu op staanden voet mijn huis uit. Hoor je me niet? Neen, geen woord tegen. Dit zeg ik je, als het kind komt te sterven, zal ik je wegens manslag vervolgen; ja, ik heb je wel in de straat gezien," en hij deed een schrede naar haar toe. Toen nam Anne de vlucht, en haar gezicht werd niet meer in Bolton Street gezien.
Dezelfde houding echter, die Mevrouw John Dashwood de goede meening van Lady Middleton deed verwerven, beviel Mevrouw Jennings in 't geheel niet; zij kreeg alleen den indruk van een nuffig vrouwtje met stijve manieren, dat haar schoonzusters zonder een spoor van hartelijkheid begroette en hun niets te vertellen had; want van het kwartiertje, dat zij in Berkeley Street bleef, zat zij stellig zeven minuten zonder een woord te zeggen.
Twee, drie minuten later werd er weêr geklopt en Mr. Hubbard, de beroemde lijstenmaker van South-Audley Street kwam binnen, met een jongen knecht, lomp van uiterlijk. Mr. Hubbard was een blozend mannetje met rosse knevels, wiens bewondering voor de kunst aanmerkelijk gekalmeerd was door de ingekankerde geldeloosheid der artisten, waarmeê hij te doen had. In den regel verliet hij nooit zijn winkel.
Over het oude kasteel tegenover Princes' street en het heerlijke uitzicht, dat men vandaar over de stad heeft, heb ik u in mijn vorigen brief al geschreven; ik moet u nu vertellen van onzen tocht naar Holyrood, het oude paleis der Schotsche koningen, waar de barones met Tieka en mij voor een paar dagen heengereden is. Tieka was uitgelaten dien dag, "onbehoorlijk opgewonden," zei haar moeder.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek