Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
"Koningsarend!" riep de jongen. "Ik ben nog niet vergeten, dat je me eens naar de wilde ganzen hebt teruggebracht, en dat je het leven van den witten ganzerik hebt gespaard. Zeg me, of ik je niet op een of andere manier kan helpen!" Gorgo hief nauwelijks het hoofd op. "Stoor me niet, Duimelot!" zei hij. "Ik zat te droomen, dat ik vrij rondzwierf, hoog in de lucht. Ik wil niet wakker wezen."
"Stoor je van avond aan hem niet; avondpraat en morgenpraat kunnen verschillen; maar in ééne zaak heeft hij van avond gelijk gehad; hadt je den koopman van Malchin toch maar genomen." "Moedertje," zegt Fieken, terwijl zij hare hand zachtkens op die harer moeder legde, en haar kalm in de oogen zag: "Moedertje, dat was de rechte niet."
"Maar als ik eenmaal niet berusten wil in uwe weigering, als ik mij niet stoor aan uw verzet; als ik uit den eigen mond van mijn vader wil hooren, dat hij mij haat en verstoot! Wat belet mij hem op te zoeken? Ik weet nog heel goed den weg hier in huis; denkelijk zal ik hem nu in de groote goudleeren kamer vinden.
Ze gaan wonen in de Atjehstraat, niet waar, freule? vroeg mevrouw Van der Stoor, met een onderzoekenden blik naar een confituurlepel en -vork met agathen heft. Ja, in de Atjehstraat, in een klein huisje, net geschikt voor twee van die kinderen. Wat zegt u er au fond van, twee van die kinderen, die gaan trouwen! Enfin, ze moeten weten wat ze doen, niet waar?
"Neen, paatje maar " "Maar wat, lieve?" "Anne heeft me gezegd dat ik het niet mocht vertellen." "Stoor je er maar niet aan wat Anne gezegd heeft, ik zeg je dat je het wel vertellen moet." "Anne heeft nog een heelen tijd staan praten met den man, die de kaartjes aannam." "O, zoo!" zeide hij.
Jeanne ging met den dokter, nog pratende, de trap af, en Frans hoorde in zijn kabinet hoe Reijer naar hem vroeg, hoe zij iets antwoordde en de meid riep, om den dokter uit te laten. Daarop kwam zij binnen, terwijl het koetsje weldra op straat wegratelde. Stoor ik je? vroeg zij met hare zachte, onderdrukte stem. Neen, zeker niet, waarom? Waarom ben je niet even boven gekomen, Frans?
Zij was nu als verliefd op Tina, die fijntjes als een klein nufje, door Eline's bevalligheid en vriendelijkheid werd aangetrokken, zooals Cateau Van der Stoor er vroeger door aangetrokken was en Eline zat dan ook steeds aan tafel tusschen Otto en Tina.
Deze laatste wijdde een oogenblik uit over de staatszorgen, over zijn ambt en de vele bezigheden, waardoor hij een deel zijner avonden aan ernstigen arbeid moest offeren. Plotseling zich bedenkende, voegde hij er bij: »Maar ik mocht u wel mijne excuses maken, dat ik u telkens stoor, freule! Ik schijn de lui op de vlucht te drijven!" »U bedoelt meneer De Witt?" »Juist!
Jo wist niet, wat van zijn gezicht te maken, totdat hij zeer vriendelijk zei: "Stoor er je niet aan; maar zeg, ik weet wat: er is hier een lange gang, daar kunnen wij heerlijk in dansen, zonder dat iemand ons ziet. Kom als 't je belieft mee."
Hij zette zich, plaatste zijn hoogen hoed naast zich op den grond. Ik stoor u niet, mevrouw? Volstrekt niet. Ik wacht mevrouw Van Attema en haar dochters. U was zoo beleefd me een kaartje te brengen. Maar u weet zeker, dat ik geen menschen zie. Dat wist ik, mevrouw. Misschien heeft u wel aan die wetenschap de indiscretie van mijn bezoek te danken. Zij zag hem koud, beleefd, glimlachend aan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek