Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Toen zij voorbij het huis van Van Belleghem kwamen was Fons eigenlijk blij dat daar niemand op den drempel stond en hij zei hun ook maar niet, dat Lisatje daar woonde. Langs een smal, stijgend paadje, tusschen twee, dicht met kreupelhout begroeide zandheuvels, bracht hij hen boven op den molenberg. Daar strekte zich een heerlijk zicht van urenwijde ruimte uit.

Over de door dauw vochtige mooie weiden en een licht woud van lariksen gaat men langs de Sorabeek en volgt dan den trappenaanleg, die matig stijgend, meest over sneeuw van lawinenresten, die den heelen zomer nu en dan over den weg en het beekje vallen, voert door een der indrukwekkendste kloven, dreigender dan de Langkofelkar, de Grasleitenkessel in de Rosengartengroep.

Om acht uur, dertig kilometer na Huaillas, houden we even op te Challa, om de muilezels wat te laten rusten, en dan zetten we, nog steeds stijgend, onzen weg voort. Reeds hebben we de grens, waar de eeuwige sneeuw begint, overschreden, en nog gaat het hooger. Eindelijk, om half elf, als we een hoogte van meer dan 5000 meter hebben bereikt, komen we op een met sneeuw bedekte vlakte.

"In hemelsnaam, Katina," riep Zabern, als gek geworden naar het venster stormend, terwijl hij naar de duif wees, wier witte gedaante duidelijk tegen de donkere lucht afstak. "In hemelsnaam, schiet!" De duif, onzeker nog welken weg te kiezen, bewoog langzaam voort in groote kringen, elk oogenblik stijgend.

Een brok verlaten buitengrindweg, ietwat stijgend, aan weerszijden de blauwe band der voetpaden en kleine boompjes met schel oranjegele kruintjes, en de takken, door de bladen heen al goed zichtbaar en een paar lantaarns, ver van elkaar, met melkglas van boven, fel wit, een prentje om "5 October" onder te schrijven.

Frits Millioen gaat weg, Frits Millioen gaat weg!" De heer Verburg trok zijn beschermeling maar schielijk mee, opdat deze het minst mogelijke hooren zou van dat schimpen. Aan boord stijgend en overstelpt door duizenderlei aandoeningen, die hij moest beheerschen, had de zoon van den beklagenswaardigen Herman ternauwernood die klanken verstaan.

Hij wou nu maar op goed geluk gaan dwalen, in dat warnest van smerige buurtjes, door dat doolhof van steegjes, met trapjes stijgend naar steegjes en paadjes en slopjes zonder naam. 't Was gisteren een vuile boel geweest, het had den geheelen dag geregend; nu was 't droog en mooi weêr.

Dan de storm schiet aan, gevleugeld, Wilder, wilder, drukt hen neer, Nu in diep, dan, onbeteugeld, Heft hen tot der goden sfeer; Elke schrikgeest vaart nu dreigend Op de torenhooge zee Uit de golven, wentlend, stijgend Bodemloos, een graf van wee. Tegnér, Frithiof-sage. De Storm.

Op het oogenblik van 't vertrek schijnt alles best te zullen gaan; de yemtschik klapt met de zweep, de belletjes van de dounga klingelen vroolijk, en de frissche morgenlucht verdrijft den slaap, die ons nog in de oogen zit. Als wij de buitenwijken achter ons hebben gelaten, voert de weg door het open veld, langzaam stijgend, naar een kale vlakte.

Hoeden van lachende heeren werden onder schalksche meisjesvuisten platgeduwd, afgenomen, in breeden zwaai boven de woeling opgesmeten. De zijden hoeden, al stijgend boogsgewijs binnen de gulden ruimte, namen langs hun gebrokkelde randen een lijzen glans op of een metallische flikkering. De zaal rumoerde. Het was een eindeloos, een onbekende klacht.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek