Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 mei 2025


Ten andermaal kwamen de bravo's stormend loeien uit den trechter van menschen, boven den stier en de spelers. Doldriftig sprong het beest rond, in de buitensporige sprongen zijn jeugd verradende, die denken deden aan de koddige, onnoozele buitelingen van een kalf. Telkens stootte hij met de hoornen naar de bonte stokken in zijn nek, en weêr hoorde men het toornig gesmoorde loeien.

"In hemelsnaam, Katina," riep Zabern, als gek geworden naar het venster stormend, terwijl hij naar de duif wees, wier witte gedaante duidelijk tegen de donkere lucht afstak. "In hemelsnaam, schiet!" De duif, onzeker nog welken weg te kiezen, bewoog langzaam voort in groote kringen, elk oogenblik stijgend.

Het boschzwijn richt zich gants, en houdt de rollende oogen Niet van den spie meer af. Daar komt hy toegevlogen, Als tot den houw gereed. De rappe jachthond deinst, En springt gestrekt te rug. Maar de aanval is geveinsd: De listige ever schudt de borstels; wendt omzichtig En schijnbaar traag zich af... en schiet dan, snel en schichtig, Door struiken en struweel, en stormend op de vlucht...

En meer en meer geregelde gedachten-reeksen kwamen.... Toch moest hij zich bedwingen, telkens nog, om niet weer op te springen, opnieuw te beginnen zijn stormend geloop.... Er was een sterke drang naar actie in hem, een afkeer van de lijdzame bedaardheid.... Maar 't moest ... het moest.... 't Gelukte hem, met kracht, zich in te toomen..., te blijven zitten ... en te denken....

Men rijst, en heft hem op de schouders in 't geruisch Der stemmen, juichend met een stormend stroomgebruisch, Dat sluizen openbreekt en dammen doet bezwijken. Daar staat hy, forsch van leest, gelijk een God te prijken, En schijnt geboren tot die grootheid. Hoog van borst, En rijzig van gestalt', verkondigt hy den Vorst, En slaat het oog om laag, als van een hooger orde.

Zijt gij... Uwe ontelbaarheden staan het stormend volk gelijk, strijdbaar in 't bezit getreden van des Winters koninkrijk! Nutloos, in zijn' zware ellenden, heeft het land om hulp gewacht: komt en stoort des vijands benden, velt hem voor uw' legermacht. Breekt zijn' bergsteê, slaat zijn' ridderen, scheurt zijn' vanen: roept en tiert, dat de verste velden zidderen van 't geruchte: zegeviert!

De hel ontsluit' nu haar omwalde zeeën Van stormend vuur, en overstelpe daar In 't boômloos leeg deze verlaten wereld, En u, en mij, verwinnaar en verslaagne, En 't wrak van dat waarom zij streden. Wee! Wee! De elementen zijn mij niet gehoorzaam! Duizelend zink ik neer, eeuwig, voor eeuwig! En, als een wolk, verduistert met zijn zege Mijn vijand van omhoog mijn val! Wee! Wee!

Eenzaam te middernacht in mijn tuin, mijne gedachten gaan een lange wijl van mij uit, Daar wandel ik over de oude heuvels van Judea met den schoonen, zachtmoedigen God aan mijn zijde, En snel op door de ruimte, snel op door hemelen en sterrengroepen, Snel op tusschen de zeven satellieten door den breeden ring en den diameter van tachtig duizend mijlen, Snel op met de staartmeteoren, vuurkloten afwerpende als zij, Dragende het groeiende kind dat zijn eigen zwangere moeder in de buik draagt, Stormend, genietend, ontwerpend, liefhebbend, waarschuwend, Steunend en tevredenstellend, verschijnend en verdwijnend Aldus betreed ik deze paden dag en nacht.

Toen ze hem nu goed raakte en voelde in de jubelende lucht van den waayenden tuin, leefde stormend in eens in haar te-rug een gevoel van lang geleden. Als een klaterend beeld in een spiegel waarde zij snel bij haar, de herinnering van toen zij hem angstig-vreemd had gezien op den ochtend van hun eersten zoen.

Ik ben de geestdrift, die naar wijde Einders van verre vrijheid drijft, Die 't stormend hart bestookt tot strijden Voor 't doel, dat ze aan den hemel schrijft. Ik ben bezonnenheid, die daden En woorden weegt in 't vroom verstand, En uit haar hemel zacht-beraden Hen neerschrijft in een klaar verband. Ik ben de ijver, ben het streven.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek