Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Ik snoof de geur op die uit den brief kwam, en het was me, alsof het de reuk van aardappelenwater, en soep en dwijlen en zeepsop was... Dien nacht sliep ik niet. Mijn militaire-ik sarde mij, zooals een opdringerige, onsmakelijke kennis iemand hinderen kan.
De voorste krijgslieden van den stoet, die vlak achter hem waren, zagen in gespannen verwachting aan hoe hij begon. Daar snoof een paard. Hij hief waarschuwend de hand omhoog, en de berijder van dat dier hield het terstond de neusgaten dicht. Daar de hoofdman door zijn waarschuwende handbeweging tot de grootste stilte aanmaande, moest hij iets verdachts ontdekt hebben.
Hij zag nu, alsof hij er bij meehuppelde, den ommegang van de fanfare in Onze-Lieve-Vrouw-te-Rooje-wijk. Hij zag de kinderen dansen, hij snoof de vetwalmen der oliekoeken en den stikkenden rook der fakkels. Hij zag de ruiten der herbergen branden en flappende vlagen kleuren in den gloed. Hij zag de mannen en de vrouwen.... Hij zag de vrouwen.
De gasten rangschikten zich aaneengesloten rondom de Kaffers, waarop Makatit, die in de rol van toovenaar geheel en al te huis was, zijne voorbereidselen trof, om zijn onderzoek te beginnen. Vooraf nam hij twee of drie snuifjes fijne tabak uit een hoornen snuifdoos, die hij steeds bij zich droeg, en snoof die krachtig op.
Nu schokte zij bloedig aan, een roode moordenares, òp-neêr. Haar lippen lagen in starre pijn; in-uit snoof de neus en van haar kruin krioelden de haren, òp-neêr, òp-neêr; overeinde als schrikkende slangetjes op hun staarten aan 't staan.
En, de schuimende snuit naar de breede borst gebogen, stapte Beiaard op den Nethedijk, en zijne groote pooten klopten plat en zwaar lijk hamers in het roode zand. Alles bewoog wat er aan was; het genoot en snoof de klare morgenlucht, en was spelend als een veulen, sloeg zijn kop omhoog en opzij, wipte zijn achterste pooten in de lucht, en hinnikte aanhoudend.
Geruimen tijd reden en gingen zij aldus voort, maar Uilenspiegel was niet op zijn gemak; stom als een visch snoof hij den fijnen benjoëreuk op, die opsteeg uit de kleeren van de dame, en hij bekeek, ter sluip, heur schoon paardentuig, heure zeldzame kleinooden en juweelen, en ook heur zachtaardig uitzicht, heure schitterende oogen, heuren schoonen boezem en heur haar, dat als een gouden helmet in de zonne schitterde.
"Geloof ik graag!" snoof de kapitein. "Vijftig jaar lang jongen en man op alle zeeën, en ik heb hem nog nooit zoo ver gedaald gezien. Stil!" Zij bleven een oogenblik stil staan, terwijl de branding donderde en het huis deed schudden. Toen gingen ze naar buiten. De bui was voorbij. Zij konden de Aorai zien liggen, een mijl uit de wal en overvallen door de windstilte.
Eindelijk zeide hij: "Netje, zij heeft gelijk; dat de meiden meêgaan, kan geen kwaad. Maar Netje," en hij snoof zoo'n beetje in de lucht rond; "'t ruikt hier zoo naar gerookte paling; is de oude Neils uit Gulzow met zijn' paling hier geweest?" "Wat praat je toch, Weber? dat is van haar, zij heeft immers over het uur op den rookzolder gezeten."
Toen ik voorbijging, snel en zwijgend over de diepe prenten in de sneeuw, liet hij me onder zich langs gaan, terwijl hij me eens goed opnam en flink snoof; daarop gleed hij als een schim in de tegenovergestelde richting weg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek