United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ben geboren uit zonne-gloren En een vochtigen zucht van de zee, Die omhoog is gestegen, op wieken van regen, Gezwollen van ’t wereldsche wee. Mij is gemeenzaam, wie even eenzaam Het leven verlangende slijt, En die in tranen zijn vreugde zag tanen.... Doch liefelijk lacht, als hij lijdt!

Tot op dit oogenblik heb je toch met genot gefladderd op bals, op soirées, ben je, en un mot, uitgegaan.... Je bent nu verliefd, je hebt nu zowat poëzie misschien in je idées, maar geloof me, dat slijt.... en als je eenigen tijd getrouwd bent, vind je het heel gezellig een aangenamen kring van kennissen te hebben.

Maar die zijn tijd Onnut verslijt, Zijn frissche kragten Der zonde geeft, Moet, afgeleefd, Verdriet verwagten. Laat dan, o jeugd! Het pad der deugd, U vroeg behagen, Dan slijt ge blij, Van wroeging vrij Uwe oude dagen. Al zijtge een spot Van hun, die God Te stout veragten, Gij hebt veel meer Dan geld of eer Van hem te wagten.

Bella zal na den noene komen, een paar uren, met haar borduurwerk.... Zoo slijt de leege tijd. Ik ben vol zorgen om uwentwil, mijn kind. Waarom wilt ge u verbergen voor mij? Toch niet, moeder ... maar, kijk, ik ben moe en ziek. Romaan is zoo buiten reden triestig en Madeleen ook ... en Wiezeken is verre, verre.... Is dat alleen uw droefenis? Dat is een groote droefenis.

Zij was nooit slecht geweest, hetgeen betrekkelijk goed is; bovendien slijt de ouderdom de hoeken, en had de tijd haar week gemaakt. Zij had een sombere treurigheid, waarvan zij de oorzaak niet wist. In geheel haar persoon uitte zich de verbazing over een geëindigd leven, dat geen begin heeft gekend. Zij bestierde de huishouding van haar vader.

34 Deze, wiens voetstappen gij ziet dat ik druk, al gaat hij ook naakt en gevild, was van hoogeren rang dan gij gelooft. 37 Kleinzoon was hij van de goede Walrade: Guidoguerra heette hij, en in zijn leven deed hij veel met zijn beleid en met zijn zwaard. 40 De andere, die achter mij het zand slijt, is Tegghiaio Aldabrandi, wiens raad in de bovenwereld welgevallig had moeten zijn.

En wat zeggen er de kleinkinderen van, daar gij bij uw Guurtje, uw jongste, naar ik mij meen te herinneren, het restje uwer dagen slijt? Hangen zij u niet aan de lippen, als de oude vertelsels weer opkomen, in het schemeruurtje, als er geen licht in 't vertrek is dan het wisselvallig licht van het vlammetje dat door de kieren van de kacheldeur schijnt?

Bestand tegen vermoeienis, honger, dorst, koude en hitte, slijt hij zijn leven op den rug van zijn muildier, en vervoert zonder ophouden vrachten van groote waarde, dikwijls staven zilver en goud. Jaren achtereen houdt hij dit leven vol, zonder dat er ooit reden bestaat om hem van de geringste oneerlijkheid te beschuldigen.

46 "Nu past het dat gij u aldus ontluiaardt," zeide de Meester: "daar men niet zittende op het dons noch onder de dekens tot roem geraakt: 49 en wie zonder roem het leven slijt, zoo 'n spoor laat die op de aarde van zich na, als rook in de lucht of schuim op het water.

Maak nu zooveel haast als ge kunt, en zorg dat ge uw kameraden opschommelt. Doch!... wee u, zoo gij ons verraadt!" "Papperlepap!" zeide Teun: "zoo eindigen zij allemaôl, en het zou eigenlijk niet meer dan billijk wezen, dat hij, die zijn leven slijt met anderen te bedriegen, ook eens zijn loon wegkreeg. Doch, zooals oe weet, voor geld en kwaie woorden ben ik altijd te vinden.