Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


Zijn oogjes, waarvan het een ontzettend scheel was, zoo scheel dat de appel voor meer dan de helft, als een slak in haar huisje, onder 't hoekje van zijn neus zat weggekropen, staarden in verbluffing naar het mooie nichtje, zijn mond hing half open en langzaam kwam er een kleur over zijn bleeke sproete-wangen, alsof hij voor een vuur stond.

Waar kon hij heengaan wat dichtbij was en niet te vol met menschen om wat te eten en te drinken te krijgen? Hendow. Dat was een goede plek, niet ver en buiten den gewonen weg. Daarheen richtte hij zijn schreden nu eens liep hij hard, dan weer, uit een onbegrijpelijken gril kroop hij als een slak of bleef heelemaal staan en sloeg met zijn stok op de heg.

Eindelijk, in het midden der volgende eeuw, in het jaar 1453, nadat zij de stad aan alle zijden omsingeld, het geheele vaartuig om zoo te zeggen onttakeld hadden, bestormden zij den romp van het oude Byzantium, vertraden zij geheel en al het laatste nog stuiptrekkende lid van het Romeinsche rijk, dat achter de muren van eene enkele stad, als een slak in zijne schulp kruipende, zijn einde vond, even als het eens, uit de enge muren eener enkele stad, zijne vang-armen over de geheele wereld uitgebreid had.

Als je niets beters weet, dan zullen we aan de muggen maar eens last geven, die vliegen overal rond in regen en zonneschijn, die kennen het klissenbosch van haver tot gort.» «Wij weten een vrouw voor hemzeiden de muggen. «Honderd menschenstappen hier vandaan zit op een kruisbessenboom een kleine slak met een huisje; die woont heelemaal alleen en is oud genoeg om te trouwen.

Burlesk is hij in de doopvont, die drie monsterachtige maskers draagt met uitgestoken tong, en in de omlijsting van Maria en Elisabeth, waar een held uit een toren een slak bevecht, een ander man op een kruiwagen een varken kruit, dat den doedelzak speelt.

Wanneer wij een slak, een olifant en een nijlpaard beschouwen, blijkt al dadelijk, dat de eigenschappen der laatste twee meer onderling overeenstemmend zijn dan der eerste twee. Maar nu begint de klacht van Faust: want, het algemeene geval der aantrekkingskracht of van den groei of van het bewust-zijn of van den wil: dat is juist het onbegrepene. In het eerste zijn wij voldaan.

130 Diegene, die lag, steekt den snuit vooruit en de ooren trekt hij over het hoofd terug, gelijk de slak het met zijne voelhorens doet: 133 en de tong, die hij éénig had en rad tot praten, splijt en de gevorkte gaat bij den ander dicht en de rook houdt op. 136 De ziel die beest geworden was, vluchtte sissende door de vallei, en de andere spuwt hem sprekende achterna.

Was het een zandkorreltje, een gepluisd zaadje, een scheutje, een lobje; een knopje, een drieblaadje, een onkruidje; het eitje van een mier, een larfje, een popje, een rupsje, een motje? Was het 'n air-sprietje, een varentje, een paddestoel, gras? 't Spiraalhorentje van een slak, een gehaft insekt, een goud-haantje?

Vogels en Zoogdieren beiden hebben een inwendig skelet, waarvan de wervelkolom de as is, aan welke de andere deelen bevestigd zijn; ook in andere opzichten blijkt, dat deze twee klassen a. h. w. naar het zelfde plan zijn gebouwd; en men brengt hen daarom tot dezelfde hoofdafdeeling, nl. die der Gewervelde dieren; terwijl de slak tot de hoofdafdeeling der Weekdieren, de duizendpoot tot die der Gelede dieren wordt gebracht.

Maar de kleine wilde niet groeien, want het was maar een gemeene slak; doch de oudjes, inzonderheid de pleegmoeder, meenden wel te merken, dat hij toch grooter werd. En zij verzocht den pleegvader, als hij dit niet kon zien, toch eens aan het kleine slakkehuisje te willen voelen; nu betastte hij dit en vond, dat zijn vrouw gelijk had. Op zekeren, dag regende het geducht.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek