Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Bij koning Helperik nu, waar Siegfried was, kwam zeer dikwijls een zekere Regin, de zoon van Reidmar. Deze Regin was zeer sluw en geslepen en ervaren in vele dingen, en zoo klein van gestalte als een dwerg. Regin ging zeer veel met Siegfried om en leerde hem allerlei kundigheden.

Thénardier was een gluiper, een zwelger, een straatslijper en sluw. Hij verachtte zijn dienstmeiden niet, waarom zijn vrouw er geen meer hield. Deze reuzin was jaloersch, zij meende dat deze kleine magere, gele man het voorwerp der algemeene begeerlijkheid moest zijn. Thénardier, met zijn listig, berekenend karakter, was een schurk van de gematigde soort.

Om ze te beschrijven beginnen wij met een aanhaling van Scheitlin's woorden: "Alle Bavianen zijn in meerdere of mindere mate slecht van aard, altijd wild, toornig, onbeschaamd, haatdragend; hun snuit is gevormd naar het grofste hondenmodel, hun gelaat misvormd. Sluw is hun blik, boosaardig hun gemoed.

Maar het moet sluw aangelegd worden." "Sluw? Het is toch niet iets waarmee ik risqueeren kan een warmen rug op te loopen? want de kapitein is allesbehalve malsch, als er iets gebeurt dat niet in den haak is." "Geen nood! Gevaar is er volstrekt niet bij. Gij zult niets anders te doen hebben, dan uw ooren een beetje te spitsen niets anders, dan een beetje goed te luisteren." "Waar? En bij wien?"

Elk hunner verbergt zijn plan en drift om to koopen en zijne belangstelling om te zien onder het volmaaktste laconisme. "Zoo Jeepie!" zeit de een; "mot jij ook een parrekie hebben?" "Nou , jongen! ik kom mær rais kaiken!" "Nou" de boeren beginnen bijna alle volzinnen met dit woord: "Nou, der binnen zware parken genog bai; mær der is ook 'en partij die sluw binnen, hoor."

Met sluw overleg had de kornel zijn volgelingen rondom het luik geplaatst, dat toegang naar beneden gaf, zoodat niemand daar kon afdalen zonder gezien te worden. Dat niet een hunner sliep spreekt vanzelf. "Een verduivelde geschiedenis!" fluisterde hij tegen dengene, die naast hem lag. "Ik ben er niet verdacht op geweest, dat hier vóór een man staat om des nachts op het vaarwater te letten.

Ondanks dat zijn gemoed vermilderd was door den wijn, had hij zijn belang sluw behartigd, vooral toen hij gewaar werd dat M. Peeters deze krotten volstrekt noodig had om zijn danspaleis te vergrooten aan de straat. Na zijne eerste gelukkige speculatie kreeg M. Snepvangers meer zelfbewustzijn van zijn kunnen en zijn durven.

Overdag korten zij den tijd met spel en zang in hun ondergrondsch verblijf; het is een jolig, snaaksch, doch tevens listig, sluw, bedreven volkje. In Belgisch Limburg bewoonden zij de konijnenpijpen, vooral in den Alverberg bij Diepenbeek; in Hollandsch Limburg de zoogenaamde haagten, d.i. onderaardsche gangen.

Hij besloot stil en sluw in zichzelf, om 't haarspit van verre te slingeren dan wilde hij wel eens zien, of de witte wive hem zou vangen, en of hij niet 't allereerst aan de hoeve van den Scholte zou aankomen. Herbert dacht niet zoo verre. Hij had maar een ouden knol, en hij begreep wel, dat hij met alle macht had te rijden, om niet in de wive's macht te vallen.

GELLOEN, de verrader, die in dezen roman eene gewichtige rol speelt, boos, sluw, dapper, doet ons meer dan eens aan Reinaert denken: indertijd heeft hij in een strijd tusschen zijn heer, koning KAREL, en koning ASPRIAEN, de zijde van den laatste gekozen om der wille van ASPRIAEN'S dochter; toen hij zag, dat de zaak verkeerd liep voor ASPRIAEN, kwam hij koning KAREL "smeken ende lecken || Als die sine quaetheit woude decken."

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek