Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
Zij Adam om 't vergrijp eens oogenbliks gedoemd, Met wat zich naar den naam van doemling Adam noemt; Zij, wat zijne aardsche koets aan 's aardrijks vloek mocht geven, Tot banneling geteeld, en om als hy te sneven! "Gy siddert! hoor my uit.
Eva hoort haar niet; zij siddert, terwijl ze nogmaals die vreemde volzinnen leest, waarin August haar schrijft dat hij haar bedrogen heeft; dat een som hij weet niet hoe groot zijn schuld is; dat hij aan gene zijde van de zee duizenden menschen van de gele koorts zal genezen en tienduizendmaal het slachtoffer ervan worden wil; dat zij, Eva, er het brood zal kneden en doen....
't Zal blijven voortbestaan zooals een half-onnoozele jongen die siddert op de stem van zijn oppasser en die bedelt om zijn gunst. Het bestuur denkt in de verste verte niet aan een toekomst van kracht. 't Is een arm. Het hoofd dat is de pastorie, het 'klooster'. En door de laksheid waarmee 't zich van de eene ellende in de andere laat slepen, wordt het een schijnmacht.
Siddert dan niet voor het graf, o gij zonen van 't zwaard! Laten uw zwaarden den bloedstroom nu zwelgen als wijn! Vergast u aan 't feestmaal der slachting, Bij 't licht van de brandende hallen! Sterk zij uw zwaard, nu u 't bloed nog ontvlamd is; Spaart niets uit deernis, spaart niets uit vrees; Dit is het oogenblik der wrake gegund, Want ook het vuur van den haat zal vergaan Ook mij wacht de dood!
Ik hoop, dat uw welwillendheid zoo groot zal zijn niet te zullen dulden, dat ik door zulk een en door zoodanige liefde den dood als loon ontvang, maar dat gij met een blijmoedig antwoord en vol gratie mijn geest zult versterken, welke geheel verschrikt siddert bij uw aanblik.
Gij wordt door verblindenden glans dicht omsloten, alle voorwerpen in het ronde schijnen u door stralende regenboogkleuren verlicht en omgeven alles siddert en schokt en trilt in dien luister bewegingloos en onmachtig zweeft gij in een bevroren aether, die u tezamen drukt, zoodat tevergeefs de geest over het doode lichaam gebieden wil.
De eergierige wederom begeert niets zoozeer als roem en siddert voor niets zoozeer als voor schande. Den nijdigaard is niets aangenamer dan eens anders ongeluk en niets onaangenamer dan een vreemd geluk. En zoo noemt een ieder op grond van eigen aandoening, de dingen goed of kwaad, nuttig of onnut.
Tot eindelijk een gejuich weêrklinkt, zakdoeken en hoeden wuiven.... Nu niet in den glazen draagstoel, maar op den gouden zetel wordt de Paus teruggedragen.... En vol juichen de Evviva's op, met een enthouziasme vol overtuiging, en eene diepe emotie siddert door allen heen, die daar juichen, als de Priester, in het wit, met den rooden mantel, die even over de knie drapeert, nadert, en de zegen over hunne hoofden neêrvalt van de twee vingers, die zich beurtelings heffen, links en rechts.... Aan een dier wassen vingers een witte handschoen dekt de halve hand schittert de groote ring met flonkerenden steen....
Bij het aanhoudend afdalen hebt ge, wel is waar, geen last van kortademigheid, maar uw geheele lichaam siddert en trilt. De ongewone beweging, die ge met dijen en knieën maakt, vermoeit u verbazend en geeft u een onbeschrijflijk gevoel van wee. Ge gelooft, dat het dalen erger is dan het klimmen. Eindelijk zijt ge beneden. Nieuwe misères breken aan.
"Wat, met dien in zijn hersens gekrenkten kunstenaar Floris!" zegt Alva; dan vervolgt hij, op een toon zoo barsch, dat Oliver er van siddert: "En die dronkaard dacht, dat ik hem zou herstellen in zijn rang in het leger! Hij wilde mij vandaag een mededeeling doen, waarvan de veiligheid van het rijk misschien afhing, wat mij vier uur vroeger dan mijn plan was te Antwerpen bracht!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek