Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Welnu, ik verlang niets liever, ziehier: Niet minder dwaalt Kautsky als hij in zijn gedenkschrift over Marx zegt dat de Duitsche kunst van Goethe en Schiller de Engelsche overtrof. Zulk een oordeel bewijst hoe weinig groote poëzie wordt verstaan.

Hij had te voren kennis gemaakt met Carl-August, die hem bij die gelegenheid tot staatsraad benoemde. Goethe reisde toen in Italië, doch overal voelde zijn bewonderaar den invloed van zijn arbeid; nu eerst begreep Schiller dat deze dichter tevens een groot staatsman, een vindingrijk geleerde, een zorgzaam paedagoog was; en hij sprak het uit dat Goethe meer als mensch dan als dichter werd bemind.

Hij was de man die zelf niet iets groots kon maken, en toch het groote zoo kende, dat hij misschien beter dan Schiller, wijl minder dogmatiesch Goethe aan het werk wist te zetten, hem door voorzichtig en toch ietwat opdringend vragen aan het praten, d. i. aan het scheppen wist te krijgen.

Het is een soort van museum en dagelijks te bezichtigen. Wilt gij er binnentreden? Hetzij dan om u naar de hoekkamer op de tweede verdieping te begeven, waar Schiller gemeenlijk arbeidde, en die nog in denzelfden toestand is behouden, als tijdens het leven van den dichter.

Maar hierbij moeten wij ook in het oog houden, dat die twee niet altijd in dezelfde mate samengaan. Schiller bv. was een man van voornamelijk ethische kracht, een, die niet bezat het groote lyrische vermogen van Shelley. Maar hij bezat volkomen wat ook Shelley bezat, de groote, nobele menschelijkheid, en daardoor alleen werd er een dichter uit hem.

Sedert 1800 werd hij hierin terzijde gestaan door Schiller, die door den hertog in staat was gesteld, zich geheel aan het Duitsche drama te wijden. Enkele jaren daarop stichtte hij een tooneelschool, met aanvankelijk een dozijn jonge leerlingen; die school bezat maar één leeraar: Goethe, de directeur.

Deze samenwerking maakte Schiller op zijn manier "realistiesch"! Van zijn derde reis door Zwitserland bracht Goethe plannen mee en locaal-studies voor een epiesch gedicht over Willem Tell, maar toen zijn aandacht voor die stof verflauwde, gaf hij zijn portefeuille aan Schiller over, die er tot zijn verbazing gladweg een drama uit samenstelde.

Maar tot zijn ontsteltenis merkte hij, dat hoogstaande mannen als Knebel, Herder, Klopstock, Wieland, Schiller de nieuwe ideeën meer of minder waren toegedaan, en vol geestdrift wisten te vertellen van een "morgenrood" dat daar in Frankrijk straalde.

Begin 1805 kreeg hij het voorgevoel, dat òf hij of Schiller spoedig moest sterven. En nauwelijks was Christiane, die hun zoon een eindweegs naar Frankfort zou geleiden, afgereisd, of ze moest in allerijl terug: Goethe was ingestort. Hij leed nu aan een byzonder pijnlijk nierkoliek, en men kon hem van uit de verte hooren schreeuwen.

Hij haatte de zwakke, middelmatige aanstellers, die hem collega dorsten noemen. De vinnigheid van de Venetiaansche Epigrammen was nog maar een zwak voorproefje van hetgeen den kerels nu wachtte! Schiller en Goethe hadden elkander al eens getroost met kleine gedichtjes, waarin de een of andere bengel die byzonder lastig was geweest werd afgestraft.