United States or Cayman Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als hij kort nadien de hier geopperde stijl-formule aan Schiller zendt, voegt hij er aan toe, dat hij, ze herlezend, het gevoel krijgt dat hij met een kinderschopje de zee wil leeghappen. Natuurlijk! Want deze formule is een gewaagde poging om zijn onbewust werkend scheppingsvermogen dat alle formules naar den duivel wenscht met zijn redeneerend verstand te benaderen.

Wij mijden dien weg; liever wijzen wij er op, dat de meest egoistische ideeënvrek bij zijn opgeslotenheid niet beter is gevaren dan deze twee dichters, die voor elkander geheimen noch naijver hadden. In deze omgeving kregen Schiller en Goethe kracht, om hun ergernis over menschen en richtingen, die langzamerhand de overhand namen, eens duidelijk uit te spreken.

De groep Wordsworth, Coleridge, Keats, Shelley overtreft de groep Lessing, Schiller, Goethe en, daar in de poëzie de daad geldt, niet de aanleg Shelley staat als een toren boven Goethe. Dat zegt niet alleen de zekerheid van een hart, dat tegenover poëzie nooit heeft gedwaald, maar het verstand dat van Marx geleerd heeft waardoor poëzie groot wordt .

En dit maakte den meer dan tachtigjarigen Goethe zoo jongensachtig blij, dat hij op de revolutie niet lette. Lieve hemel! Daar kruipen er toch zooveel tegen de Parnassus op laat ze meekruipen! Hongerig en ontevreden was Schiller naar Weimar gekomen, in de verwachting een hapje of wat te mogen meeëten aan de hertogelijke ruif, die al zoo veel groote geesten in het leven hield.

Schiller bracht een poos onder Goethes dak door, en bekende blijmoedig dat het zeer lang zou duren, eer hij de vele ideeën, welke de ervaring en het profetische gemoed van zijn gastheer in hem hadden gewekt, zou hebben uitgewerkt; maar geen enkel idee mocht verloren gaan! En Goethe? Juist in dien tijd voelde hij zich sterk geïsoleerd.

Van Jansen en Van Pietersen in het Hollandsch wezen zouden, als Von Schiller, Von Schumacher, Von Schweitzer in het Hoogduitsch zijn. Zie ook § 26. De boer, in zyne onnoozelheid, vatte dezen naam eenvoudig als een plaatsnaam op.

De invloed van Schiller in Duitschland bv. is zeer groot, en werkt zegenrijk. Dat heb ik kunnen merken. En dat komt alleen, doordat de menschen, die hem toch niet kunnen waardeeren, zijn meening niet durven aantasten. Zijn geweldige naam houdt ze in bedwang." "M.a.w.: zijn meening wordt gesuggereerd aan...."

Maar deze uitkomst wordt blij-eindig omgezet, indien het Algemeene niet meer het troostelooze einde onzer gedachten is, doch daarin een verwantschap aan onzen eigen geest wordt vermoed. Heeft ook Schiller niet in zijn gedicht "Die Götter Griechenlands" met weemoed deze orde der fantasie verheerlijkt en uitgeroepen: "Schoone wereld, waar zijt Gij? Keer terug o bloeiende jeugd der natuur!

En schoon die hier licht te vinden ware in een bezoek aan de vier beroemde zalen, aan de vier dichters van Weimar, Herder, Wieland, Schiller en Goethe, gewijd, en met voorstellingen uit hunne werken gesierd: toch willen wij het paleis onbezocht laten.

In Duitschland is dat anders: daar is op de scholen het Nibelungenlied, waarin de oude sage der Nevelingen een nieuwen vorm vond en tot groot nationaal ridderepos werd, gemeen goed van het volk, leesstof op scholen; en de wensch van Schiller, dat het tragische vergaan van het aan goden verwante geslacht een dramatische vervorming mocht beleven, heeft meer dan een te vervullen getracht.