Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


"Wat moet jíj 'n gezellig thuis hebben," zei hij hartelijk, en ze vond het prettig, dat hij de portretjes aardig vond, en kwam naast 'm staan, om hem er over uit te leggen: "Die broer volgt op mij; hij is nu in de vijfde van de jongens-burger, en wil architect worden; dat zusje is op 'n particuliere school, ze is 'n beetje zwak, en houdt veel van huishouden; hij gaat op 't gym,.... en vin-je dát geen schat: 't is 'n bengel, zie je; maar 'k geloof, dat er wat in zit; hij schildert zoo aardig, en nu heeft Pa 'm op de teeken-academie gedaan,.... de kleintjes zijn nog op de lagere school; kijk, dit is de jongste.... ze is acht."

De verbeelding schildert het ons als een eindelooze vlakte, zich uitstrekkend naar het Zuiden. En als we er komen, is onze teleurstelling groot. In zuidwestelijke richting lijkt de hoogvlakte inderdaad nog al vlak en effen; maar ongelukkig moeten wij dien kant niet uit. In het Zuiden, onze richting, zijn er veel oneffenheden in oost-westelijke richting.

Zelfs als man, is het Parijsche volk altijd straatjongen; zoo men den jongen schildert, schildert men de stad, en daarom hebben wij den adelaar in de musch bestudeerd.

Evenals hier Julia, verkleedt zich daar Viola tot een page, en zij wordt evenzoo door haar heer, dien zij bemint, als bode naar zijn aangebedene gezonden; ja, wanneer Julia bij Silvia van zichzelf als derde persoon spreekt en haar eigen leed schildert, kan men denzelfden gedachtengang opmerken als in het overheerlijk tooneel, waarin Viola tot hertog Orsino van haar zusters hartzeer spreekt.

Met extase schildert de dichter de zaligheid der liefde wanneer hij zijn »kaiserlîches wîp" omhelst en haar mond »honderdduizend maal" kust, op een zeker ogenblik krijgen we een hele hymne aan de liefde; als ik aan de liefde denk zegt hij ofschoon ik dat geluk nog maar weinig ken, dan zwelt mijn hart op en alles in mij verlangt dan naar iets hoogs, iets boven de wolken.

Maar op de terugweg ziet hij een arm klein meisje de straat oversteken; hij volgt haar naar het eenvoudige huis waar zij bij een tante woont en kondigt hun aan dat zij koningin moet worden. Men voelt met welk een sympathie de dichter de vreugde in dat bescheiden milieu schildert, de onschuld van 't kleine meisje, de voorbereiding van haar uitzet, en de pracht van de bruiloft zelf.

Dan weer zie ik duidelijk, de paar malen dat hij natuurleven beschrijft, plots onzen Van Looy voor mij, zooals in Gewend Geraakt, die prachtige observaties in den hoenderhof, waar hij in sober-beeldende woorden elk woordje om zoo te zeggen een vondst, een levende kleur, een reuk, een beweging het verinnerlijkt-geziene schildert.

Mij zijn ze een bron van het heerlijkst genot, zij verheffen, zij verlichten mijne ziel.... Na het gebed, in de koesterende dekens, als de ziel zoo licht is, zoo klaar, zoo blij, begint de fantasie haar werk. Wat schildert zij? Te grijpen zijn haar beelden niet, maar zij zijn vol van reine liefde en hoop op rein geluk.

Doch duur komt haar onvoorzichtigheid haar te staan. In den aanvang dikwijls een soort weelde genietend, is ten slotte groote armoede haar deel; de goede eigenschappen en hoedanigheden worden tot een minimum gereduceerd, zij maken plaats voor tot misdaad overhellende neigingen. In het Jahrbuch für Gesetzgebung enz. van 1897 schildert ons Dr.

Mejuffrouw Toussaint, in wie ik niet weet wat het meest te bewonderen, òf de juistheid waarmede zij de verborgenheden van het innerlijk leven opvat, òf de keurigheid en kracht waarmee zij die in hare geschriften schildert, heeft dezen vorm der ouderlijke liefde uitstekend geschetst. Op den terugkeer gebood de heer Kegge stil te houden voor de deur van een bloemist.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek