Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
Met zijn armen vol hout kwam hij binnen en vulde de kachel bij, die weer begon te snorren. Elsje zat nu naast grootmoeder op een stoel, nam de aardappels aan, die zij schilde en wierp ze in den emmer met water: "Grootmoe vertelt, Bart," zei ze. "Vertel u nu eens, waarom wij maar één grootmoeder hebben. Gisterenavond zei u, morgen zal ik 't je zeggen," zei Bart.
Omtrent dien tijd hoorden de geburen door eene boerin zeggen, dat er tusschen Zoersel en Schilde, te midden der heide, een stokoud manneke woonde, dat macht had over alle tooverij en van alle kwade handen en verwenschingen kon verlossen.
Eer hij afscheid nam, gaf de oude man met uitgestoken hand een appel aan den knaap, die de vrucht gretig aannam en haar dadelijk wilde gaan opeten. De mollah nam een pennemesje uit zijn binnenzak, schilde den appel en gaf dien op de punt van het mesje aan den jongen prins.
Ik voelde dat toentertijd niet zoo en schilde menigmaal een grooten bak vol aardappelen. Meen weer niet, dat mij dit altijd verdroot. Ja, als 't mooi weer was en de andere jongens op straat speelden. Dan viel het mij wel eens hard. Maar overigens? Er was een eigenaardig genot in, aardappel na aardappel te schillen. Iedere aardappel was weer anders. Je had kleine en groote, ronde en lange.
Ik bestudeerde in de woonkamer het ochtendblad. In het "achtereind" schilde moeder de aardappelen. Trijn kwam naast mij op de knieën liggen, de ellebogen op de tafel. Als zij zoo doet, wil zij, dat ik haar uit de krant vertel. Dat deed ik. Inmiddels maakte zij alvast langzaam haar kapsel los, om zich straks te gaan opknappen. Hierop kwam vader dit vredig Zondagochtend-tafereel eenigszins storen.
Zij verhaalde, hoe hij hare koeien onttooverd had; hoe hij de kwade hand van het kind haars broeders had gelicht, en meer andere wonderlijke feiten, die de gebuurte deden besluiten nog eens te beproeven, of deze man de zieke Theresia niet helpen kon. Men zond iemand naar Schilde, om den grijsaard te halen, en deze kwam, na lang praten en smeeken, met den bode naar Borgerhout.
Toen zij dien appel zoo schilde sneed zij zich in den vinger, en het bloed drupte op de sneeuw. »Ach,« zei de vrouw, en ze zuchtte zoo diep, en ze zag naar het bloed en ze was zoo weemoedig, »had ik toch een kind, zoo rood als bloed, zoo wit als sneeuw.« En toen zij dat gezegd had, werd zij zoo vroolijk: het was haar of er iets van komen zou.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek