Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 mei 2025


In het knoopsgat zijner zwarte jas schemert flauw een gekleurd lintje, doch zoo bescheiden, dat het nauwelijks mogelijk is te ontdekken van welke binnen- of buitenlandsche orde hij ridder is. Zoodra hij André heeft zien binnenkomen, schuift hij zijn zetel wat om, en beantwoordt hij den eerbiedigen groet van den adjunct-commies.

Evenwel, er schemert ons zooiets van, dat daar ontkoming is aan de dwingelandij van den godsdienst onder de hoede der wetenschap.

Hoe zou dat? klaagde hij, wanhopig onder de teleurstelling van dat bezoek. Ach, zoo eenvoudig.... Ik verzoek morgen belet bij mevrouw Van Erlevoort en vraag Freddy tot mijn dochter.... Tot uw dochter.... Tot de vrouw van mijn zoon, tot jouw vrouw, Paul! Begrijp je me, of schemert het je nog zoo een beetje? glimlachte zij schalks. Hij richtte zich als getroffen op.

Ja, ja, Frits! wij behoeven er nu geen doekjes meer om te winden, gij waart de uitverkorene, maar ik had de roeping, en dominé Willems zaliger was een would-be-kunstbeschermer, die niet verder zag dan zijn neus lang was." Terwijl hij luisterde naar Piet Snibs in Pierrotain-Cham gemetamorphoseerd, had Frits een gevoel als iemand, die in een draaimolen zit en wien het schemert voor de oogen.

In den toestand, dien wij beschouwen, schemert geenerlei licht den donkeren nacht door, dan de bleeke toorts des medelijdens van een jonger geslacht; bouw daar uwe hoop eens op!

Daarom vindt men in de getallen het ware zijn, het wezen van alle dingen!" »In naam van Mithra, Darius, houd op, het schemert mij voor de oogen!" riep Zopyrus, zijn vriend in de rede vallende. »Wie u zoo hoort spreken, moet wel denken dat gij uw geheele leven in het gezelschap dier spitsvondige haarkloovers gesleten en nooit een zwaard gehanteerd hebt! Wat gaan ons die getallen aan?"

Pietje het is een zevenjarig jongetje, dat ik u nog niet beschreef Pietje is een ongelukkig wicht, door de engelsche ziekte mishandeld, met een groot driekant hoofd, en bleek, zeer bleek! In zijne fletse oogjes schemert maar eene flauwe levensvonk. Ik weet niet recht of hij een zakdoek bij zich heeft. Maar aan zijn kleedij is smaak, noch kosten, noch tijd gespaard.

Het schemert hooge en leege nu, en diepe in 's hemels gronden, vandage staat, beneên dien witten zonnedoek, in 's middags hooge stonden, de dageraad! VOETNOOT: 1 Zuivel. Gegrauwdoekt is de grond der kimme en allenthenen vol damp en duisternis; de boomen, half verdwenen, half zichtbaar, hebben, daar ze stille staan en stom, van wolkenweefsel elk een grauwen tabbaard om.

Zóo schemert, als de ziel op raadslen peinst, En voor de duisternis dier raadslen deinst, Ons de gedachte, waar geen licht wil schijnen. O, denkend hoofd, in uw gepeins verward! Het schoone denkbeeld wortelt in het hart: Voor ’t liefdelicht moet raadselmist verdwijnen!

Daar schemert vóór ons de machtige rots van Gibraltar. Tooverachtig smelten onder den helderblauwen hemel het zilver der lichte wolken en der blinkende zee ineen. Een fraaie driemaster met volle zeilen, scherp verlicht, reeds van verre zichtbaar, komt nader en nader. Als wij voorbij stoomen worden seinen gewisseld.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek