United States or Falkland Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zonder redenen op te geven, die mij daartoe nopen, moet ik u echter zeggen, dat ik de voorkeur geef aan don Ramire de Nunez de Gusman, markies van Toral. Aan de kinderen, die uit dat huwelijk zullen worden geboren en die den naam graaf van Olivarès aan den hunnen kunnen toevoegen, zal ik mijn goederen nalaten. Wat zegt ge daarvan Santillano?"

"Aan uw verlangen kan worden voldaan," zei de intendant, "indien de heer de Santillano er niets tegen heeft. Hoe voorzichtig ik ook ben in de keuze van de personen die ik uitzend want ik ben daarmede belast ik zal u dadelijk op mijn register zetten, indien uw meester dat wil."

In één woord Santillano, je bent die eer niet onwaardig. En er komt bij, dat de positie, die je bij mijn zoon inneemt, het noodzakelijk maakt, dat je van adel bent. Ik wil je wel bekennen, dat dit de voornaamste reden is, waarom ik je die papieren heb doen verleenen." "Ik geef mij gewonnen," antwoordde ik, "omdat u het bepaald wilt." Na die woorden ging ik weg, met de papieren in mijn zak.

"Geen verwijten, Santillano," viel hij mij in de rede, "ik zal je eerlijk bekennen, dat ik je niet heb willen bezoeken en ik zal je zeggen, wat daarvan de reden is. Jij hadt mij een goede betrekking beloofd, mits ik de poëzie wilde afzweren en ik heb nu een even goede gevonden, onder voorwaarde, dat ik verzen zal maken. Ik heb de laatste aangenomen, omdat ze het best past bij mijn karakter.

Denzelfden dag reeds sprak ik over de zaak met den minister, die zich bereid verklaarde don Roger te ontvangen en hem zei: "Don Roger, ik ken de zaak, die u tot ons heeft gevoerd, Santillano heeft mij die uitvoerig verteld. Wees gerust, ge hebt niets gedaan, wat niet te verontschuldigen is. Voornamelijk aan ridders, die hun beleedigde eer hebben gewroken, verleent de koning gaarne gratie.

Hij ging met groote stappen naar het paleis, zonder verder met mij te spreken en naar het scheen zeer slecht gestemd door mijn Indische fabel. Ik ging naar het vertrek, waar de twee secretarissen-copiïsten werkten, want zij waren ook meegegaan op reis. "Wat is er, mijnheer de Santillano?" vroegen zij, toen ze mij zagen, "u ziet er zoo bedrukt uit! Is er iets onaangenaams voorgevallen?"

Van het verdriet van Gil Blas en de vreugde, die er op volgde. Korten tijd na het vertrek van Scipio, kwam een page van den minister mij een briefje brengen, dat deze woorden inhield: "Indien de heer de Santillano zich de moeite wil geven, om naar het beeld van den heiligen Gabriël te gaan in de Tolédo-straat, dan zal hij er een van zijn beste vrienden vinden."

Hij was als ruiter gekleed, droeg een lang rapier en kon ongeveer dertig jaar zijn. Hij kwam haastig op mij toeloopen en sprak mij aldus aan: "Mijn waarde heer student, ik heb daareven gehoord, dat gij Gil Blas de Santillano zijt, het sieraad van Oviédo en de ster der philosophie! Zijt gij waarlijk die geleerde heldere geest, waarvan de roep zoo groot is hier in het land?

Ik luisterde, maar was zoo verstrooid, dat ik hem na afloop van het verhaal er niets van had kunnen navertellen. Eindelijk stond hij van tafel op en zei: "Mijnheer de Santillano, ga nu rusten, of liever gezegd, over uw ongeluk denken, zooveel ge wilt. Maar ik herhaal u, het zal niet van langen duur zijn.

"Ik ben van het zelfde gevoelen," zei don César, "en ik zie in een bezoek van Santillano aan het hof het middel voor hem om tot hooge posten te worden geroepen." "Waarlijk heeren!" riep ik, "ik geloof niet, dat ge goed nadenkt, over hetgeen ge zegt. Als men u hoort, zou ik mij naar Madrid hebben te begeven, om dadelijk een man van gewicht te zijn. Maar ge dwaalt.