Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


"Wie u Sakser noemt, ridder," hernam Cedric, beleedigd door een spreekwijze, waarmede de Normandiërs dikwijls hun gewone verachting jegens de Engelschen uitdrukten, "zal u een even groote als onverdiende eer aandoen." Front-de-Boeuf wilde antwoorden; maar de moedwilligheid en lichtzinnigheid van Prins Jan kwamen hem voor.

Dit kasteel heeft, sedert tien jaren, alleen opengestaan voor den losbandigen Normandischen kapelaan, die de nachtelijke zwelgerijen van Front-de-Boeuf deelde, en hij is reeds lang heengegaan, om rekenschap van zijn ambt te geven. Maar gij zijt een Sakser, een Saksisch priester, en ik heb u eene vraag te doen."

Waldemar verhaalde dit aan Prins Jan, en voegde er bij, dat hij te meer vreesde, dat het waar moest zijn, daar zij met een klein gevolg op weg gegaan waren, om een aanval te doen op den Sakser Cedric en zijne reisgenooten.

De Sakser is gesloten, óok in zijn taal; het terughoudende en berekende vindt er zijn uitdrukking. Hij rondt zijn woorden niet af, hij bijt ze veeleer af, laat de klanken niet in hun volheid komen over de omheining der tanden, zooal nog blijkt uit het vervormen van den uitgang en tot een sonantische n: dus hooren wordt heurn.

"Laat ons evenwel hopen," hernam de Prior, "dat ons gezelschap u moge overhalen om er heen te reizen; als de wegen zoo onveilig zijn, is het geleide van Sir Brian de Bois-Guilbert niet te verachten." "Heer Prior," antwoordde de Sakser, "waar ik ook in dit land gereisd heb, tot hiertoe, heb ik, met behulp van mijn goed zwaard en van mijn getrouwe dienaars, nog nooit vreemde hulp noodig gehad.

Cedric de Sakser, verheugd over de nederlaag van den Tempelier, en nog meer over die van zijn twee kwalijkgezinde naburen, Front-de-Boeuf en Malvoisin, was, met het halve lichaam over het balkon liggende, den overwinnaar bij iederen strijd nagegaan, niet alleen met de oogen, maar met hart en ziel.

"Ik ben een Sakser," antwoordde Cedric, "maar den naam van priester geheel en al onwaardig. Laat mij gaan. Ik zweer u, dat ik terug zal komen, of een van onze priesters zenden, die waardiger is dan ik, om uwe biecht aan te hooren."

Zooals Cedric de Sakser toen was, behoefde zijn eenvoudige Saksische taal niet door Fransche minnezangers opgesmukt te worden, als hij die in het oor eener schoone wilde fluisteren; en het veld van Northallerton, bij den slag van den Heiligen Standaard, kan getuigen, of het Saksische krijgsgeschreeuw niet even ver in de gelederen van het Schotsche leger gehoord werd, als de cri de guerre van de stoutmoedige Normandische edelen.

Zij, die Ivanhoe aan zijn ziekbed opgepast heeft," ging zij voort, met geestvervoering opstaande, "kan in Engeland niets te vreezen hebben, waar Sakser en Normandiër wedijveren zullen, wie haar de meeste eer zal bewijzen." "Uw woorden zijn edel," hernam Rebekka, "en uw voornemen nog schooner; maar het kan niet zijn; er is een kloof tusschen ons.

Daar stonden zij, elk als vertegenwoordigster van haren stam; de Sakser, uit eeuwen van beschaving, heerschappij, opvoeding, lichamelijke en zedelijke meerderheid gesproten; de Afrikaan, uit eeuwen van onderdrukking, slavernij, onkunde, arbeid en ondeugd geboren. Dergelijke gedachten vlogen Eva misschien door het hoofd.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek