Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
Onderwijl zij zoo praatten, vestigden zich door de ramen hunne blikken op het fraai geboomte, waaronder miss Campbell thans wandelde, op de groene grasperken, door beekjes met ruischend water omzoomd, op de lucht met haren lichtgevenden nevel, die in de Schotsche Hooglanden schijnt te huis te behooren.
God schiep den stroom, God schiep uw stam, God zeide: „Waait!...” en 't windje kwam, en 't windje woei, en wabberde om uw stam, die op en neder klom! God luisterde... en uw droevig lied behaagde God, o ruischend riet!
Wat was dat ook waar ze zich nu naar toe voelde gaan?... een nieuwe ontmoeting?... O ja! die partij van morgenavond, dat bal dat gegeven werd omdat ze ging trouwen.... Trouwen ... trouwen ... trouwen ... trouwen.... Zoovele ... en nog meermalen, zegde ze dat woord over in haar hoofd, maar 't wou niet doordringen in haar bewustheid..., 't gleed schimmig weg..., ze voelde er niets werkelijks aan.... Wat was er in dat woord?... Ze kon er niet over denken, want ze was niet in morgen, ook niet in vandaag, ze was in gisteren, in dien grooten, vol-ademenden dag, dien over-vol-rijken, dien over-vloeienden dag, dien dag als een mooi-ondergaande zon, warm-donkerrood, fonklend geel en oranje, teer-blauw..., zoo ruischend en stuivend van licht, zoo gloeiend en glanzend van kleur!... O die heerlijke, heerlijke dag!...
Op den rand van zijn bed zat hij lang voor zich uit te kijken en merkte een vage behoefte om zich op te offeren, voor 't geluk van een ander, of voor een idee. 't Was op den eersten Zondag in Juni, een zonnigen, wijd lichten zomerdag, met wat wind, zacht ruischend en ritselend in de boomen en 't riet. 't Was elf uur in den morgen.
Ruischend, stoomend, proestend, met een enorm hooge en zware locomotief, kwam hij langzaam uit een bocht voor 't kleine station gereden. Hou hou, Belleken! Hou hou, Belleken!" herhaalde Standje steeds dringender, terwijl hij, sussend, klapstreelend op de sidderende manen, met gretige oogen naar den langen zwarten trein het hoofd omwendde.
De stad sliep, douanen wandelden op en neer, en zonder ophouden viel het water, ruischend als een stortvloed, door de sluisgaten. 't Sloeg twee uur.
Het zonneschijnen zelf schijnt ruischend door de lucht te stroomen. Het zingt door het groen, het trilt tegen het blauw als snaren trillen. Het is muziek voor de oogen. En de hette wemelt over het veld.
Plotseling was't of hij door ruischend water holde, en meteen stuitte aanzienlijk de dolle woestheid van zijn vaart. De wilde paarden waren vlak in een hoog korenveld terecht gekomen.
Gij heldre vliet, die tusschen rozen glijdt, Wat rept ge u dus om de open zee te ontmoeten? Blijf hier; behoud uw weelderige dalen, Het ruischend lied, waarmeê uw golfjen springt, Dat dag en nacht de lieve zon bezingt, Het maantjen en de starren, die in 't dwalen U volgen, en u kussen met haar stralen! O de oceaan.... gij kent den wilde niet: Hij schuimbekt.... hoor, hoe daar zijn kreten loeien!
In het park echter wiegde de zoele wind de jonge bladeren der lindeboomen, en kuste ieder grassprietje op de smaragdgroene weilanden, als wilde hij haar vertellen van nieuwen lust en nieuw leven. En nieuwe lust en nieuw leven verkondigde ook de waterstraal, die uit het oude zandsteenen bekken kristalhelder omhoog steeg, om ruischend en fonkelend weder neer te vallen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek