Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
't Is onverdrietelijke aarzeling toch boven al dit opgaan en dalen; de ruige struiken overal, doode vreugden beklaag ze niet, behangen van bladerlijkjes zijn, waar mossen fonkelen als schatten die verzonken.
Al vindt ge u bij een eerste beschouwing onaangenaam getroffen, toch zult gij ons toestemmen, dat er iets goedigs op dat ruige en morsige gelaat te lezen is. Ja, uit zijn oogen stralen vriendschap en liefde, vriendschap en liefde voor den oude, die aan zijn zijde ligt; voor het magere, akelig magere jaagpaard, 't welk hij ruim zes en twintig jaren het zijne noemde. Overdreven!
De langwerpige kop met den spitsen snoet, de magere, rechte pooten, de middelmatig lange staart, die gewoonlijk een weinig ingetrokken wordt, het dichtbehaarde, krulharige, dikwijls ruige vel van grijs bruinachtige kleur zijn kenmerken, die tot aanvulling van het beeld van dit dier kunnen dienen. In den regel treedt de Herdershond reeds in zijn eerste levensjaar als veehoeder in dienst.
Freyer, de zoon van Njord, zat in zijn hooggelegen lichtpaleis, en zag over alle werelden heen. Hij zag neer op Vratenland, waar de ruige reuzen van den winter wonen, en zag er een mooi meisje, dat juist uit het huis van haar vader naar het verblijf van de vrouwen ging. Toen werd hij plotseling zeer ziek in zijn ziel. Skirnir, de drager van het licht, was Freyer's trouwe dienaar.
De ruige Barbaros ook binnen zijn limieten. Geen vreemdelingen lijdt, noch Meden, nochte Scyten; Noch over onzen vloed, noch over de Jordaan En zal de Filistijn ook geen Hebreên ontvaân. En dien hij burger zalft, hij eigen slave maakt.
En wat meest enkel de enge tent Bij nacht bespieden mag, Staat nu op elks gelaat geprent Bij helderlichten dag: Het droomgordijn is opgehaald, De waereld, waar hun ziel in dwaalt, Weêrkaatst haar tooverlicht, Den glans, die van haar beelden straalt, Op ieders aangezicht. Hoe beeft de ruige wenkbrauwboog!
"Hartelijk dank voor uwe aanwijzing! Voort schimmel!" Spoedig bereikten zij de aangewezen woning. Vlug stegen zij van de paarden en Heer Gijsbrecht opende de deur. Een man trad hem met een licht in de hand tegemoet, en ziende dat hij een edelman voor zich had, nam hij zich schielijk de ruige muts van het hoofd. "Zijt gij de veerman, goede vriend?" "Ja, Edele Heer. Wat is er van uw verlangen?"
Wild Van woede en vrees, die in de ontstoken nieren lilt, Schuimt de ever voort, en door de breedst-gewassen varen, Het rankrigst kreupelgroen, de dichtste hazelaren, En breekt een hollen gang door 't ruige struikgewelf. Maar in zijn listig pad vermoeit hy slechts zich-zelf: De veilige eenzaamheid is dáar ook slechts gedroomd.
Geerten maakte de oorlappen van zijn klak los, bond ze onder de kin vast, want zijn ruige wangen tintelden van kou ... Loopend langs de huizen, om zich tegen den zoevenden wind te beschutten, begon hij na te denken over hetgeen hij nu doen ging ... De frissche nachtlucht verhelderde zijn brein, waarin nog hingen nevels van wisky en gerstenbier.
Wij sarden hem, als zijn meester er niet bij was, met lange stokken, waarmede wij hem op den kop of op de ruige vacht tikten, wat hij eerst eenige oogenblikken goedig toeliet, doch daarna plotseling met een woest gebrom beantwoordde. Och, och, wat wisten wij van beenen maken. Pieter-neef, die ook in ons gezelschap was, zag doodsbleek van den schrik en liep, of de dood hem op de hielen zat.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek