Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Om 't noorden en westen, in strak-rechte lijnen, een ruige zelfkant van dennenbosch, duizendpootig, en in 't zuiden, tusschen de hei die in mistige verten verdween en donkeren boschrand, de torenspits met het zwarte kruisje, de daken der lage huizen en hutten, de ruggen der beesten, het armelijk beetje bebouwde grond.

In dikke pelzen gehuld, met groote ruige mutsen en in laarzen uit rendierenvel, die bijna tot aan den gordel reiken, met maskers voor het gezicht, zitten de reizigers onbewegelijk op hunne Jakoeten-zadels. De lucht is donker en dik. De morgen breekt nauwelijks aan, of eene bloedige streep van het uchtendrood breekt aan den gezichtseinder door den nevel.

Daar de rossen van de Valkyren verpersoonlijkingen waren van de wolken, moest men natuurlijk denken dat de ruige vorst en de dauw op aarde neerdruppelden van hun schitterende manen, als zij snel af en aan stormden door de lucht.

Bij die vreeselijke ontdekking stond het stokstijf stil en scheen ineen te krimpen onder mijn blik; dan schoof het langzaam op zij naar een grooten boomstronk, verschool zich tusschen de wortels en bleef roerloos staan, een alleraardigst beeld van onschuld en nieuwsgierigheid, omlijst door de ruige bruine wortels van den sparretronk.

De Kameelachtigen zijn zeer groote Herkauwers met langen hals, langwerpigen kop, een in de flanken ingetrokken romp en een ruige, bijna wollige beharing. Het vaderland van deze dieren is Noord-Afrika, Centraal-Azië en Zuidwest-Amerika. De weinig talrijke soorten der Oude Wereld zijn bijna geheel, die der Nieuwe gedeeltelijk tot huisdieren geworden.

Ik had haar graag gezien, toen zij daar aankwam met varens en dennenaalden in 't ruige haar en een kleine zwarte adder om den hals, met de veerkrachtige stap van een wild dier, omringd van den frisschen geur van harst en aardbeien, van kamperfoelie en mos. Wat zullen de menschen haar toch aangekeken hebben, toen ze daar over de markt te Karlstad liep.

Maar zoodra zij weer op vasten grond was ontsnapte Leontientje hen lachend; en haar bloote, roze voetjes, die nu glinsterende pareldroppels door het bloeiend gras schenen te sprenkelen, vluchtten naar het woonhuis toe. Standje, afgemat en hijgend van emotie, volgde haar in zijn druipende en plakkende kleeren, als een groote, magere, slijkerige bond met ruige haren.

Herder, laat je schaapjes gaan! Herder. Ik durf niet. Wolf. Waarom niet? Herder. Van den ruigen wolf niet. Wolf. De ruige wolf is gevangen Tusschen twee ijzeren tangen, Tusschen zon en maan, Herder laat je schaapjes gaan!

De wortels van een omgevallen den, waartusschen 't mos is blijven hangen, vormen de wanden en 't dak van zijn woning; takken en twijgjes beschutten die en de sneeuw dekt ze toe. Daar binnen kan hij liggen en rustig slapen van den eenen zomer tot den andren. Is hij dan een dichter, een verweekelijkt droomer, die ruige boschkoning, die roover in de sneeuw verborgen?

Met behulp van deze en andere listen gelukt het hem inderdaad de zege te behalen. Maar hoe ziet hij er dan ook uit! Ja, het is de vos nog; nog fonkelen de wilde oogen in den fijnen kop, nog heeft hij klauwen en tanden. Maar zijn sieraad, de ruige dichte pels, waarvan de vlokken zoo afstoven toen de honden hem te lijf gingen, is verdwenen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek