United States or Guinea-Bissau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Marcel wist niet wat hij moest zeggen bij die helderziende ijlkoortsen van dit ongelukkige schepseltje, dat, zooals zij zeide, de wormen reeds aan zich voelde vreten. Na een uur kwam Rodolphe terug. Hij bracht Schaunard en Colline mede. De musicus had zijn zomerjas aan: hij had, zoodra hij gehoord had, dat Mimi ziek was zijn winterjas verkocht, om Rodolphe geld te kunnen leenen.

Ik vroeg Rodolphe of hij niet wat voor het souper wilde halen. Een half uur later kwam hij terug met niet zoo veel bijzonders: brood, wijn, sardientjes, kaas en een appelkoek, dat was alles. In dien tusschentijd was ik onder de wol gekropen. Hij schoof de tafel bij het bed.

En hij gaf de pet aan Baptiste terug. "En toch heeft die ongelukkige ons fortuin verkwist," zeide Rodolphe, toen hij den armen Baptiste zag weggaan. "Waar dineeren we vandaag?" "Dat zullen we morgen weten," antwoordde Marcel.

Marcel legde toen uit, wat er dien ochtend, toen hij was komen verhuizen, tusschen hem en den huisbaas was voorgevallen. "Derhalve," zeide Rodolphe, "heeft mijnheer volkomen gelijk, wij zijn zijn gasten." "Pardon, u bent hier thuis," antwoordde Marcel beleefd. Het kostte echter ontzaglijke moeite, om Schaunard aan zijn verstand te brengen wat er gebeurd was.

Haar stem had een bijzonderen, kristalhelderen klank, die als een doodsklok in het hart van Rodolphe echode en het met een doffen angst vervulde: heimelijk nam hij haar nauwkeuriger op. Het was Mimi niet meer, het was haar schim. Marcel schoof een stoel naast den kachel voor haar. Mimi glimlachte, toen zij de heldere vlam vroolijk in de haard zag dansen.

De aanwezigheid van een kreeft maakte een diepen indruk op hem. Colline had Rodolphe even apart genomen, om hem naar zijn philosophisch artikel te vragen. "Dat is op de drukkerij," zeide Rodolphe. "Le Castor verschijnt a.s. Donderdag." Wij zullen niet trachten de vreugde van den wijsgeer te schilderen.

"Dat weet ik niet meer," antwoordde Marcel; "maar het staat onder de rubriek: Diversen." "Dat is een heel vage en verraderlijke titel," riep Rodolphe. "22 Maart.

Zij waren nog geen tien pas verder, waarover zij tusschen twee haakjes een kwartier gedaan hadden, toen zij door een stortbui overvallen werden. Colline en Rodolphe woonden aan de twee tegenovergestelde uiteinden van Parijs, de eene in Ile-Saint-Louis, de andere in Montmartre. Schaunard, die totaal vergeten was, dat hij geen onderdak meer had, stelde hun voor naar zijn kamer te gaan.

Rodolphe voelde, hoe hij er zich ook tegen verzette, het uur der reactie naderen, en hij voorzag heel goed, dat hij zijn uitgelatenheid van dien avond met een afschuwelijken nacht zou moeten boeten. Toch had hij nog eenige hoop, dat zijn door en door vermoeid lichaam zou slapen vòòr de smart, die hij zoo lang in zijn binnenste had onderdrukt, ontwaken zou.

De lakschoenen van Rodolphe werden algemeen als fabels beschouwd, als een vrucht van Colline's rijke fantasie, en éénstemmig werd verklaard, dat zijn maîtresse een paradox was.