United States or Vanuatu ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op een Zaterdagavond in den tijd, dat hij nog niet met mademoiselle Mimi "was", met wie we weldra kennis zullen maken, leerde Rodolphe aan zijn table-d'hôte een handelaarster in mode-artikelen, mademoiselle Laure geheeten, kennen.

Rodolphe legde het jongste manuscript ter zijde en sleepte de overige naar den schoorsteen. "Ik wist wel, dat het nog eens geplaatst zou worden," riep hij uit .... "je moet echter geduld weten te hebben! Dat is toch zeker een flink takkenbosje proza.

Morgen zal ik je een formulier voor de Pitié zenden." "Beste jongen," zeide Mimi tot Rodolphe, "de dokter heeft gelijk. Je zoudt me hier niet kunnen verplegen, zooals het behoort; je moet mij naar het ziekenhuis laten gaan. O, ik zou nu zòò graag blijven leven, dat ik de rest van mijn leven mijn linkerhand in het vuur zou houden, als ik de jouwe in mijn rechter mocht hebben.

Maar thans zouden we die verontschuldiging niet meer kunnen doen gelden; en wanneer wij niet in het gewone leven terugkeeren, dan is dat heelemaal onze vrije wil, want de hindernissen, waartegen we te vechten hadden, bestaan niet meer." "Maar kerel," zeide Rodolphe; "waar wil je eigenlijk heen? Om welke reden en met welk doel sta je zoo te preeken?"

Mademoiselle Sidonie kwam nu buiten op haar balcon en rolde met Castiliaansche handigheid lichte tabak, dien zij uit een geborduurden fluweelen tabakszak nam, in een blaadje dun papier. "Wat een mooie tabakszak," mompelde Rodolphe met contemplatieve bewondering. "Wie is die Ali-Baba?" dacht op haar beurt mademoiselle Sidonie.

"Heeren," ging Marcel voort, "u hebt mij gisteren avond een souper aangeboden, laat mij u nu hedenmorgen een dejeuner aanbieden, niet bij mij, maar bij u," voegde hij eraan toe, terwijl hij Schaunard zijn hand toestak. Na afloop van het dejeuner vroeg Rodolphe het woord. "Heeren," zeide hij, "staat mij toe, dat ik u verlaat ...."

Barbemuche had zich sedert lang uit het bohème leven teruggetrokken, terwijl Gustave Colline een erfenis gekregen en een rijk huwlijk gedaan had en nu avondjes gaf, waarop muziek gemaakt en koekjes gegeten werden. Op een avond, dat Rodolphe in zijn fauteuil en met zijn voeten op zijn tapijt zat, zag hij Marcel opgewonden binnenkomen. "Weet je wat mij overkomen is?" vroeg hij.

"Den volgenden morgen is Rodolphe mij al heel vroeg komen halen, en toen zijn we kamers gaan huren in een ander huis, die we denzelfden avond nog betrokken hebben." "En wat heeft hij gedaan, toen hij de kamer verliet, waarin we samen gewoond hebben?" vroeg Mimi; "wat heeft hij gezegd, toen hij scheidde van de kamer, waarin hij mij zoo heeft liefgehad?"

"Zij is niet mooi!" antwoordde Rodolphe, toen de deur voor zijn neus gesloten was. "Maar wat nu?" zeide hij, toen hij weer op straat was. "Als ik eens naar Colline ging? Dan zouden we eens lekker over Marcel kunnen kletsen."

"Ik verzeker je, dat ik volkomen helder ben," zeide Rodolphe. "Of toch eigenlijk niet. Maar ik moet je eerlijk bekennen, dat ik behoefte heb om iets te omhelzen.