Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Zeshonderd ruiters gans met ijzer bekleed renden, tussen bruisend gejuich, binnen de legerplaats. Dit gevaarte kwam van Namen en was door Graaf Jan, broeder van Robrecht van Bethune, naar Vlaanderen gezonden . Door de toekomst dezer hulp, werd de vreugde der Vlamingen nog heviger, want ruiterij ontbrak hun grotelijks.

De kleppers, nu den vrijen teugel gelaten, renden moedig voorwaarts, en weldra verkondigde hun hoefgetrappel den bewoners van den Oldenburgh, de aankomst der Spaansche gasten. De graaf Van Bergen, als vertrouwde vriend van Maurits, had het zich tot een plicht gerekend, den man aan zijn disch te noodigen, dien hij, evenals zijn Prins, om zijne dapperheid en waarde als veldheer hoogschatte.

De plaats, waar zij zich bevonden, was als opzettelijk er voor gemaakt, om ongezien het gansche bivak der Utahs te kunnen begluren. Men zag hen als op elkander gedrongen aan de zuidzijde van de legerplaats staan. Toen zag men de twee personen, die zich van den grooten hoop afzonderden, en als bezetenen zuidwaarts renden.

De wagen doorkruiste heel de rumoerige stad, van tijd tot tijd stilhoudend voor een groot koffiehuis, waar de linksche roeiers zich op andere Zondagen aan begaapten ... Daar maakten ze dan een helsch spektakel, renden tusschen de wit-marmeren tafeltjes door, malkander bij de schouders vasthoudend ... In de kroegjes waar ze aanlandden, dronken ze, en bralden schunnige liedjes ... Wanneer de avond gevallen was, werd de wagen naar huis gezonden.

Jankend, huilend, knorrend, keffend, tandenknarsend renden zij, elkander af en toe op oorvegen onthalend, de kooi rond, alsof zij dol en van zinnen waren; begeerig keken zij naar het vleesch, wentelden zich, als de oppasser het hun niet oogenblikkelijk toereikte, als 't ware vol wanhoop over den grond, schoten, zoodra het stuk hun toegeworpen werd, er gretig op af, en kauwden nu, terwijl zij druk smakten, knorden en bliezen, zoo ijverig, slokten en verzwolgen zoo gulzig, dat men er niet aan kan twijfelen, of de sprookjes van de oude schrijvers hebben hun ontstaan en in zekeren zin hun rechtvaardiging gevonden in het waarnemen van het gedrag van zulke gevangene Veelvraten.

Ge zoudt uw oogen niet hebben kunnen gelooven, als ge die twee jongens aan het werk gezien had. Zij renden de straat op met de luiken een, twee, drie en ze zaten al op hun plaats vier, vijf, zes de boomen en pennen erop zeven, acht, negen en daar waren ze al weer terug voor je tot twaalf gekomen was, hijgend als ren-paarden.

Soms renden wij, zoo hard wij loopen konden, van de hoogte af naar omlaag, de plank over en dan weer tegen den tegenoverliggenden heuvel op, zoodat wij zwoegden van inspanning. Wij vermaakten ons kostelijk en waren weldra zoowel den baron als zijn boschwachter vergeten. Kwaad deden wij niet, althans in het eerst niet, maar dat zou veranderen. Bob kon nooit ergens afblijven, en zoo ook nu niet.

Wij renden nu zoo hard mogelijk voort, dwars door kreupelhout en struikgewas, tot wij bijkans buiten adem waren, en ons mochten vleien, dat de vijand, indien hij ons al vervolgde, zeker wel ons spoor zou verloren hebben.

Ruim driehonderd moskeeën staan op hare pleinen, en meer dan twintigduizend ezels worden door hunne drijvers door de stad geleid. Ook zagen wij bepakte struisvogels, die als lastdieren door de nauwe straten renden. Kaïro heeft drie voorsteden, Oud-Kaïro, Boelak en Shoebra.

En rondom en boven de arena renden de drommen van bezeten geluiden, aaneengesloten, in dichte gelederen.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek