Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Een spottend element ontbreekt zelfs niet bij den grimmigen Voeu du héron; immers Robert van Artois biedt den koning, hier voorgesteld als minder belust op den krijg, den reiger aan, als den bangsten der vogels. Als Eduard zijn gelofte heeft gedaan, lachen allen.

Daar een insekten-pikkertje met een neb als een naald, een pluizig dingie, van een vaal overrijp bezie-rood; twee lange witte sprieten pronkten op, grashalmen gelijkend, en gaven het een staart als een lier. Doch als een soldaat in een schilderhuis maakte een reiger de rij af en den hoek vol.

"Wie durft in mijn rijk vertoeven, "Als de Wawaas zijn verdwenen, "Als de gans naar 't Zuiden klepte, "En de reiger, de Shuh-shuh-gah, "Lang alreê vertrok naar 't Zuiden? "'k Zal zijn wigwam binnentreden, "En zijn smeulend vuur wel dooven!"

Dat ware een dwaasheid geweest. Maar den 30sten Juni ving men, niet zonder moeite, een reiger die door een geweerschot van Harbert licht aan zijn poot gewond was. Het was een prachtige vogel van die soort hoogvliegers, waarvan de vlucht tien voet bedroeg en die zeeën even breed als de Stille Zee kunnen oversteken.

Ongeveer zeventig uitleggersbooten lagen aan het strand. Het waren boombooten, door dwarsstangen verbonden met de uitleggers, die ze voor omslaan behoeden. Aan de punt hebben ze een gesneden houten reiger, waarschijnlijk een halfvergeten totemteeken van de inboorlingen.

Een doodenhuis werd gemaakt, waarin de overledene gelegd werd. Gedurende acht dagen en acht nachten weerklonk het gejammer en het geween. De wilde gans in de rivier, de reiger, de ijsvogel, de musch en de fazant treurden met groote droefenis. Het geschiedde nu, dat een vriend van Ame-waka, Aji-shi-ki genaamd, de treurige klaagliederen hoorde, die van den Hemel neerdaalden.

De reiger en de valk »the gentil faucon" noemt Chaucer hem is de lievelingsvogel van de ridders zowel als de dames. »Die vogel doet mij 't harte goed", heet het in een gedicht ter ere van de valk, »als ik die op mijn hand zie zitten, zacht en hoofs, of wanneer die zo »edel" vliegt; alleen daarom sta ik gaarne 's morgens vroeg op."

Toen Matsue op zekeren dag onder den pijnboom zat, zong zij het volgende lied: "De meest verharde mensch slaakt toch nog wel een zucht, Als op hem nederdaalt een dwarrelende vlucht Van kersebloesems dor. Die bloesems teer en fijn. Dat zullen zeker wel des hemels tranen zijn." Terwijl zij zoo zong, stond, op de steile kust van Sumiyoshi, Teoyo, die de vlucht van een reiger gadesloeg.

't Was toch schoon: gracielijk als een reiger, zonder schok of stoot, veerde het kalm door de lucht, met zijn vleugelen en zijn staart schrilwit op 't warme blauw. De lucht was vol stralen geronk, en al de menschen in het dal liepen van hun werk en uit hun huis, en zagen naar omhoog. "Nen engel heet er ni aan," zei Pallieter stil. "Neeë," zei Marieke, "ik kan man oege ni geloeve!"

Juliaan maakte zoo jacht op reiger en wouw, op kraaien en gieren. Hij hield er van, in den horen te stooten en zijn honden te volgen, die de heuvels op renden, over beken sprongen, van bosch naar bosch draafden; als het hert begon te sterven onder de wreede beten, sloeg hij het behendig neer.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek