Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Ze zei 't zoo verlekkerd, zoo gretig en 't heele huis wist zoo wat ieder in z'n kast had, dat Reggie, goedig-lachend, vroeg of ze 'r de helft van wou want tien voor haar, Dovid, Eli en de kindere was z

Boven, klotste de smeulende trap onder het stampend gevlucht van Suikerpeer en de kinderen. Essie benauwd-kuchend, liep te huilen, te krijschen. Nog voor ze benejen waren, dol van angst om wat in de kamer bij Reggie gebeurde, de handen voor de oogen om de schroeiende hitte niet te voelen, de haren verzengd, stortte Eleazar naar het raamlooze hok.

Den heelen middag zat-ie bij de blinde, spelend met Moosje, 't zieklijk jongetje, waar-van-ie niet hield, omdat 't geel-opgeblazen op Dovid geleek. 't Achterlijk kind had gekraaid van pret om de pop die-die uit 'n zakdoek draaide, z'n vestknoopen beplukt, z'n broek bepiest. Reggie had 't toen overgenomen.

Joodje, dat hem zag staan met het valies in de hand, riep van de stoep van Casino, wenkend met schoenborstel. Ja, hij had nog wel tijd. Blinde tante Reggie wachtte 'm eerst tegen middag hij voelde zich vuil-stoffig van de lange reis in den trein. Zijn valies zette hij neer en joodje plots vlug van bewegen, gemeenzaam van toon daar hij jóod voor zich had, stroopte de broekspijp, schuierde snel.

Na Rebecca's folterende woorden op 't portaaltje, na z'n doffe wanhoop in 't Park, was alles in één koorts geschied, had-ie moeite de schakels te hervinden, 't Sterkst was 'm het benauwend geworstel met tante Reggie 's slap-geknakt lichaam bijgebleven, 't lichaam dat-ie uit de alkoof door de brandende kamer had gesleept.

Wat hei-'k 'r van? 'n Hap vrete nog nie-eens! Val jij dood! Wat klets jij, godverdommèèè, as 't gebeùrd is"... Zij driftiger, ketste de vloeken: "Barscht jij! Jij breng toch 't fressen van de kindere 'r mee door! Vraag an wie je wil, an Poddy, an Dovid, an Reggie, of ze zoo mesjogge zoue zijn om tweehonderd kole te koope die stinke as de pest! Tweehonderd frotte kole! Tweehonderd kole-van-afval!

Saartje werd naar benejen gezonden, om de flesch te halen, waarin nog 'n restantje most zijn. 'r Geelde 'n dikke laag schimmel op. Beurt om beurt roken Essie, Reggie, Mijntje, Suikerpeer aan den hals of ze nog goed was, of je ze nog mocht gebruiken.

Haastig duwden ze den wagen de poort uit naar een buur in de straat tot de brancards zouen komen. Suikerpeer, met Reggie, Mijntje en de kinderen, op bloote voeten, huilend door den gierend-kouden wind die de hemden op de bloote borsten dee flappren, strompelden mee. Bij Poddy één-hoog, boven Reggie's kamer begon het zijwaartsch dakraam lachend licht naar de daken te spuien.

Soortje, Suikerpeer, Dovid waren in rammlend gesprek hij met Saartje in de armen, tastte achter Reggie de donkre alkoof binnen. "Wees maar nie bang", waarschuwde de blinde: "'r is geen trap.... 't is 'n alkoof.... As je maar niet teugen 't petrolie-stel stoot en niet in de emmer trapt".... De deur klapte dicht, afsluitend de scheemring der kamer.

"Dovid", zei de blinde met vreugde in 'r stem. Hij was buiten adem van 't loopen, had groote pupillen van opgewondenheid en 'n stem zoo beslagen van zenuwen, dat-ie stond te brabbelen, verward en kuchend. "We hebbe op je gewach! We rammele van de honger!", schreeuwde Suikerpeer. "Is dat uitblijve! Bij achte!", klaagde Reggie. "An tafel! An tafel!", riep Mijntje de lawaaiende kinderen toe.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek