Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 oktober 2025
De vraag blijft dus open, of er niet een recht van den schrijver op zijne niet-uitgegeven geschriften werd erkend, een recht, waarvan men den grondslag dan hierin zou kunnen zoeken, dat die werken, welke de auteur niet of nog niet voor publiceering geschikt acht, hetzij omdat zij dingen inhouden, die het intieme leven van den auteur zelf of van andere nog levende personen raken, hetzij omdat de auteur, die een naam in wetenschap of letterkunde heeft op te houden, eene publicatie met zijn schrijverseer niet in overeenstemming acht, zonder zijne toestemming niet ter algemeene kennis mogen worden gebracht.
Niet altijd is in ons land het recht van den vertaler binnen deze juiste grenzen gehouden, getuige het "regt van praeferentie," dat door de Publicatie van het Provinciaal Bestuur van Holland van 1796, door de wet van 1803 en door de Souvereine Besluiten van 1814 en 1815 werd verleend aan den vertaler van een buitenlandsch werk, waardoor deze elke andere vertaling van hetzelfde geschrift kon tegenhouden.
Tot de eerste behoort o. a. het inzenden van een of meer exemplaren aan de daartoe aangewezen autoriteit of van verklaringen betreffende tijd of plaats van het ontstaan of van de eerste publicatie van het werk.
De hooge faculteit minder: zij laat alle recht wedervaren aan de kennis en de scherpzinnigheid van den schrijver, maar geeft hem, bij monde van haren deken, in kiesche bewoordingen te kennen, dat zij de publicatie van zijn betoog moet ontraden, daar het den godsdienst, ongeacht het leerstuk van de Openbaring, als een soort uitvinding schijnt te beschouwen ten nutte van den staat; en dit, aldus de faculteit, is strijdig met het.... publiek belang.
Ter nadere opheldering van dezen thans wellicht minder begrijpelijken zin diene, dat bij de eerste publicatie dezer "Brieven" paragraaf-teekens werden gebruikt. Cursiveering overal van mij.
Een termijn van vijf jaar, zooals ik hierboven in navolging van Kohler voor het publicatierecht van brieven van een overledene heb genoemd, schijnt mij ook voor dit geval meer passend. Hierbij dient echter nog onderscheid te worden gemaakt tusschen de verschillende wijzen, waarop de publicatie kan plaats hebben.
Liet men dus de vraag, of de schrijver van een brief het uitsluitend recht van publicatie heeft, afhangen van het al of niet bestaan van auteursrecht, dan zou in de meeste gevallen zulk een recht moeten worden ontzegd, en wel in de eerste plaats voor die brieven, waarvan juist wegens hun vertrouwelijk of intiem karakter eene ongewenschte openbaarmaking het pijnlijkst kan zijn.
Lang behoeft de termijn niet te zijn; vijf jaar, zooals Kohler voorstelt , of hoogstens tien schijnt daarvoor voldoende; het is er slechts om te doen de algeheele vrijheid van publicatie zoolang op te schorten, totdat de beoordeeling van den overledene objectief kan geschieden, buiten invloed van persoonlijke gevoelens van haat, vriendschap, jaloezie enz. die hij bij zijn leven heeft opgewekt; het overgangstijdperk, zou men kunnen zeggen, tusschen het tijdstip, waarop de persoon nog in het volle leven staat en dat waarop hij geheel tot de geschiedenis behoort.
En met hun publicatie bedoel ik een uitnoodiging aan de verlichte natuurvrienden om ze na te gaan en te beproeven en er hun eigen, passende gevolgtrekkingen uit af te leiden. Daar deze weg mij de eenige schijnt, die leidt, althans dicht nadert tot de kennis van de waarheid, en deze kennis klaarblijkelijk voordeeliger is dan de dwaling in haar plaats, zoo twijfel ik niet aan zijn juistheid.
De eerste wet op het auteursrecht, geldende voor alle provinciën, was de Publicatie van het Staatsbewind der Bataafsche Republiek van 3 Juli 1803 . Ook hierin was de bescherming der uitgevers nog hoofdzaak; er werd nu echter ook van de "opstellers" der boeken gesproken, die in de publicatie van het provinciaal Bestuur van Holland niet eens waren genoemd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek