United States or Equatorial Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


In het algemeen kan men m. i. wel met Kohler aannemen, dat het de karakter-uitbeelding is der personen die in het boek voorkomen en de schildering hunner psychologische ontwikkeling in de gegeven fabel, hetgeen in verband met de gebeurtenissen en gedachten-stroomingen die daarop van invloed zijn, tevens kan zijn een karakterbeeld van het tijdperk en van de maatschappij waarin het verhaal speelt.

Toch is het terwille van een goed begrip ook dáár wenschelijk, de twee rechten uit elkander te houden. Wij hebben in die gevallen, zooals Kohler het uitdrukt, met een Doppelrecht te doen, d.w.z. twee rechten, die tegen dezelfde handelingen bescherming verleenen. Ook met eigendom kan het persoonlijkheidsrecht op eene dergelijke wijze samengaan.

Toen ze genoodzaakt werden die te ontruimen, kwamen ze den 12den terug en drongen er opnieuw binnen, maar de hoofdbevelhebber, generaal Köhler, werd gedood, en den 17den April namen de Hollanders den terugtocht aan en scheepten zich weer in, nadat ze te vergeefs beproefd hadden, den omtrek van den Kraton, de citadel, te verkennen.

De moeilijkheid was echter, om de kenmerkende eigenschappen juist en duidelijk te omschrijven. Overigens is hetgeen hij als vereischte stelt voor een geschrift om voorwerp van auteursrecht te zijn, niet onjuist, al laat m. i. Kohler beter het licht vallen op datgene, waar het voornamelijk op aankomt.

De rechtspraak komt in deze materie dikwijls voor moeilijke gevallen te staan, doch juist hier kan de leer van Kohler goede diensten bewijzen.

Na verloop van tijd wordt dit echter anders. Of het werk is vergeten, zoodat er van eene exploitatie geen sprake meer is; òf het blijkt een werk van blijvende waarde te zijn, en in dat geval is het, zooals Kohler het uitdrukt, zóózeer "zum Eigengut des ganzen Volkes, ja zum Kulturgut der ganzen Menschheit" geworden, dat men het aan deze bestemming niet mag onttrekken door de beschikking erover aan één persoon te laten.

"Wer nichts thäte" schrijft Kohler dienaangaande "als die Fabel der Wahlverwandtschaften erzählen, von zwei Paaren, die sich kreuzweise anziehen, wobei das eine Paar sich so, das andere sich so benimmt und schlieszlich ein Kind ins Wasser fällt und eine Dame, welche im Uebrigen auch ein Tagebuch schreibt, sich durch Hunger den Tod gibt: der würde nicht in das Autorrecht Göthes eingreifen, auch wenn dieses heute noch bestünde" .

Waar deze ontbreekt, waar dus b.v. alleen kleuren en lijnen zijn te zien, die het oog aangenaam aandoen, maar die niet gezegd kunnen worden iets in beeld te brengen, daar heeft men ook niet met een werk van beeldende kunst te doen . Kohler bedoelt waarschijnlijk niets anders, waar hij, met een wel wat groot woord, het werk van beeldende kunst karakteriseert als: "Darstellung einer Weltschöpfungsidee" . Men zou ook, om eene meer eenvoudige uitdrukking te gebruiken, kunnen zeggen, dat een vereischte voor een werk van beeldende kunst is, dat het "iets voorstelt."

Dien inhoud, ontdaan van alle niet-aesthetische elementen, noemt Kohler "das imaginäre Bild". Men zou het ook kunnen noemen de kunstgedachte, welke de schrijver, meer of minder bewust, in zijn werk heeft neergelegd; datgene, wat het tot een organisch geheel maakt en er het eigen, persoonlijk karakter aan verleent, waardoor het zich van andere werken onderscheidt.

Dat de auteur alleen openbare uit- en opvoeringen kan verbieden, geldt in alle landen. Niet overal worden daarvoor echter dezelfde kenmerken aangenomen. Het beste schijnt mij het door Kohler gestelde, die eene op- of uitvoering openbaar noemt, "wenn sie über das Häusliche hinausgeht."