Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 mei 2025


Daar vond men de steeds nogal fameus-erg zieke oude mevrouw met haar schoondochter Julie en de gezelschapsjuffrouw. Daar zaten de oudeheer Kopperlith en z'n spruit Eugène. Daar zat de Krucker-familie. En daar ook namen de nieuw-aangekomenen onder geleide van Pompile hun plaatsen in.

Zy zouden 't weten, meende hy, waarom de wetten die den wisselkoers beheerschen, niet mogen worden aangeroerd in deftig gezelschap. O, prikkelend mysterie! Maar die wetten zelf kwamen hem zóó eenvoudig voor dat-i moeite had z'n mond te houden. Hy werd uit z'n spanning verlost door Pompile: Zeg, jy, Pieterse, weet je wat je doet?

En daarom sprong de omzichtige Dieper zoo handig en belangstellend over op 't welvaren van den jongeheer Leon. Heel wel, dankje, antwoordde Pompile. Den heelen brief heb ik nog niet gelezen. Hy vertelt van tygers, en van slangen en van optochten met zonneschermen en gouden wapens ... o, allerlei! Mama is er dol bly mee, dat begryp je. Maar ... hy is nog altyd surnumerair.

Zoo'n ongelukkig wezen werd drie, vier keeren weggezonden, voor 't m'nheer Wilkens en den jongeheer Pompile gelegen kwam te zien welke nieuwe figuurtjes de teekenaars der fabrieken hadden uitgedacht. Heel eindelyk begunstigde men hem met de mededeeling dat er waarschynlyk niets zou noodig zyn. Dat men reeds groote bestellingen gedaan had aan andere "huizen."

Wouter bewonderde de bekwaamheid van z'n chef, die zoo precies wist hoe men al die menschen moest toespreken. Toch was 't kopieeren van die korte briefjes weldra afgeloopen, en hy werd weer aan 't plakken van z'n stalen gezet. En ... zouden wy hem nu maar niet met-een de letters van 't woord laten leeren? vroeg Pompile aan Wilkens.

De reden overigens dat hy, in tegenstelling van Dieper en den ouden Gerrit, het naast hem zittend individu niet aansprak met het praedikaat: "jongeheer" lag hierin, dat Eugène reeds nagenoeg halfwassen was, toen Wilkens hem elf jaar geleden leerde kennen, terwyl Dieper en de knecht dezen telg van den patroon, en zelfs den ouderen Pompile, als kind hadden gekend.

Zoo, papa? Ja, Pompile. De juffrouw heeft hem gezegd dat mama den heelen nacht gedroomd heeft! Dat is zeker nogal heel akelig, papa! Ze heeft gistr'avend kreeftensla gegeten, weetje? Zoo, papa? En daar droomt ze zoo van. De juffrouw heeft aan Gerrit gezegd dat ze heel zenuwachtig is, byzonder erg zenuwachtig. Dat is wel verdrietig, papa! Niet waar? Héél verdrietig!

Om ieder te geven wat hem toekomt zullen we maar terstond zeggen dat het vindingryk vernuft van den jongeheer Pompile zich alweer in de hier bedoelde zaak van 'n zeer gunstige zyde deed kennen. Op zekeren morgen kwam de oudeheer het kantoor binnensloffen, en onthaalde het personeel op de gewone inleiding tot z'n belangryke gesprekken: Zeg, Pompile, ik hoor van Gerrit dat mama weer heel erg is.

Ja, ik hoor dat je veel boodschappen hebt gedaan voor den jongeheer Pompile. Nou, dat pleizier kan je dikwyls hebben! Hebben ze je-n-al gezegd dat je naar de post moet, alle morgens, om den briefbesteller optewachten? Dat 's 'n baantje voor jou, je zult het zien! 't Zal je stuivers kosten voor 'n borrel! Want als je d

Je moet altyd begrypen Hersilie, 't is 'n burgerjongetje, riep Pompile. Hy wist niet wat je bedoelde, zie je? Je moet altyd denken, 't is 'n burgerjongetje, en... nooit in gezelschap geweest. Dáár komt het van! Zeven gulden, dertien!

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek