Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Daar klonk het ook uit het gat in den muur: «Piep, piep!» De zwellende gedachte werd een geluid, het zwakke piepen een geheele hymne, de gedachte van een goede daad ontwaakte, en de vogel kwam uit zijn schuilplaats te voorschijn; in den hemel wisten zij al, wat voor een vogel het was!
Nu dachten de musschen, dat de rozen hier regeerden en dat het huis om harentwil gebouwd was; dat scheen haar nu wel wat te veel, maar daar de menschen al hun liefde aan de rozen bewezen, wilden zij niet achterblijven. «Piep!» zeiden zij en streken met hare staartjes over den grond en keken met één oog naar de rozen: zij hadden ze nog niet lang bekeken, of zij merkten, dat het de oude burinnetjes waren.
Zij konden een weinig vliegen, door oefening leerden zij het nog beter, en eindelijk werden zij het eens over een teeken, om elkaar, wanneer zij elkaar later in de wereld mochten ontmoeten, te herkennen. Het zou in een «Piep!» bestaan en in een driewerf herhaald gekrabbel op den grond met den linkerpoot.
Dat is het schoone!» En nu pikten zij met haar kleine snavels naar den vogel, zoodat het hem onmogelijk was, in het nest te komen; hij was zoo uitgeput, dat hij niet eens «Piep!» kon zeggen, laat staan dan: «Ik ben je moeder!» Ook de andere vogels vielen nu op de musch aan, zoodat zij bloedend op den rozestruik neerviel.
Zij hadden jongen, en ieder hield de hare natuurlijk voor de mooiste en de slimste; de een vloog hierheen, de ander daarheen, en als zij elkaar ontmoetten, dan herkenden zij elkaar aan haar «Piep!» en aan het driemaal herhaald gekrabbel met den linkerpoot.
Hoe komt dat in de kamer van het adellijk kasteel?» En al de drie musschen wilden over de rozen en den schoorsteen wegvliegen, maar zij vlogen tegen een vlakken muur aan. Alles was een schilderij, een groot, prachtig schilderij, dat de schilder naar een schets vervaardigd had. «Piep!» zeiden de musschen, «het bestaat niet! Het ziet er maar uit, alsof het iets was. Piep! dat is het schoone!
Frerik liep net as 'en kiep die niet weet woar ie 't ei zal leggen nu eens in huis, dan weer op den akker, en dan was hij weer bij grootvader en gaf den ouden man die 't biester te kwoad had de piep, en de tabak, en 'en lêpel gloed van 't vuur, um oan te stêken; en dan schudde hij weer het oude strookussen van grootvaders leunstoel op; en gaf hij grootvader de groote snuifdoos aan, die op tafel stond, totdat eindelijk den goede oude het gemoed te vol schoot, en zien onderlip zoo begost te trillen, en de hand, woar ie de piep mee vast had, zoo vremd begos te bêven.
«Arm beest!» zeiden alle rozen, «wees maar niet bang: wij zullen je wel verbergen! Leg je kopje maar tegen ons aan!» De musch spreidde haar vleugels nog eenmaal uit, daarop drukte zij ze vast aan haar lijf en lag dood bij haar burinnetjes, de mooie, frissche rozen. «Piep!» klonk het uit het nest. «Waar zou moeder toch blijven? Dat is onbegrijpelijk!
Wij hebben altijd den naam gehad, dat wij zoo goedig zijn; daarom zullen we haar ook veroorloven, de korreltjes mee op te pikken; zij vallen ons niet in de rede en krabben zoo aardig met de pooten.» Ja, zij krabden driemaal met den poot en wel met den linkerpoot en zeiden ook: «Piep!» Daaraan herkenden zij elkaar; want het waren de musschen uit het nest op het afgebrande huis.
In den eerste vermaakten onze onder-officiers zich min of meer met de zonderlinge gril van den zinnelooze; maar dewijl hij gedurig hetzelfde herhaalde en er uit hem niet anders was te krijgen dan: "Zes en zestig! piep, piep; hoort gij ze niet?" werden zij hem al spoedig moede. Gelukkiglijk kwam de bazin op dit oogenblik in de kamer, om iets te halen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek