Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


PHILECOUS: Wat je daar noemt is geen klein kwaaltje: 't is een flinke ziekte. LALUS: Hoe 't ook moge zijn ofschoon hij door dat slag van menschen zoo dikwijls bedrogen is, heeft hij zich toch eindelijk op een verwonderlijke manier laten beetnemen. PHILECOUS: Hoe? LALUS: Daar komt op een goeden dag een zekere priester tot hem. Deze groette hem met den hoogsten eerbied.

Hij trok zijn kleeren uit en sprong door een nauw venster naar beneden, wat nog al gevaarlijk was en hem lichaamsletsel bezorgde: maar hij wist te ontkomen. Nu, ge weet zulke histories gaan onmiddellijk als een loopend vuurtje rond. En zoo komt 't dan ook Balbinus ter oore. Onze kunstenaar was daarop ook wel voorbereid. PHILECOUS: Ha, nu zit onze slimmerd toch in de klem. LALUS: Mis!

In dat oogenblik van dreigend gevaar dacht ik aan de Heilige Maagd. Ik viel op mijn knieën, ik smeekte Haar mij te helpen, als onze gave Haar welgevallig was geweest. PHILECOUS: En geloofde Balbinus dat alles? LALUS: Of hij het geloofde? Ja zelfs schonk hij hem vergiffenis en drukte hem op 't hart dat hij zich vroom moest gedragen en zich niet ondankbaar moest betoonen tegenover de Heilige Maagd.

PHILECOUS: Dat is de rechte manier om de gedaante der dingen te veranderen. LALUS: Toen Balbinus er op aandrong om het zaakje nu eens flink aan te pakken, zei de ander: "Ken je het spreekwoord niet: een goed begin is 't halve werk? 't Heeft heel wat voeten in de aarde om zijn stof goed voor te bereiden." Eindelijk begon hij het fornuis gereed te maken.

Het heette nu: de glazen die hij gebruikt had waren niet zóó van pas geweest als ze wezen moesten. Want, zooals niet elk hout timmerhout is, zoo maakt men ook geen goud in 't eerste 't beste glas. Maar, hoe meer men had uitgegeven, des te minder mocht men ophouden. PHILECOUS: Zoo gaat 't altijd met spelers: alsof 't niet veel verkieslijker ware slechts weinig te verliezen dan alles.

Ik zal den man in zijn gelukzalige stemming eens aanspreken. Hartelijk gegroet, mijn waarde Lalus. Je lijkt wel in den zevenden hemel van gelukzaligheid te verkeeren. LALUS: En toch zal ik nog gelukkiger wezen wanneer ik u deelgenoot van mijn vreugd gemaakt heb. PHILECOUS: Maak mij dan zoo spoedig mogelijk gelukkig! LALUS: Ken-je Balbinus?

En wéér is hem geld uitbetaald, toen hij beloofd had, dat hij voortaan het heilige werk op reine wijze zou volbrengen. PHILECOUS: Nu, en 't slot? LALUS: O, 't verhaaltje is nog lang niet uit; maar ik zal 't kort maken.

Toen hem eindelijk eens werd bericht dat de priester zich in de slaapkamer van zijn vrouw bevond, keert hij onverwacht naar huis terug en klopt aan de deur. PHILECOUS: Wat wilde hij den kerel doen? LALUS: Nou, niet veel vriendelijks! Hem dooden of hem voor goed onschadelijk maken en de gelegenheid benemen ooit weer zijn streken uit te halen.

PHILECOUS: Ik vind 't verwonderlijk dat Balbinus 't niet in de gaten kreeg. LALUS: Ja op dit punt mist hij, als men 't goed beschouwt, elk waarnemingsvermogen, hij die anders zoo'n scherpen neus heeft. Weer wordt met een nieuwe bijdrage de oven gestookt, maar eerst een schietgebedje tot de Heilige Maagd opgezonden dat Zij hun pogingen zou willen begunstigen.

PHILECOUS: Ik zou medelijden met Balbinus hebben, wanneer hij niet zelf gewild had bedrogen te worden. LALUS: Maar nu moet ik naar het Hof. Bij een andere gelegenheid zal ik je wel eens geschiedenisjes vertellen die nog zotter zijn dan deze. PHILECOUS: Heb ik tijd, dan zal ik er graag naar luisteren en je er een historie voor in ruil vertellen.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek