Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


De geheele geschiedenis teekent weer 't verlicht verstand van onzen geleerden landgenoot, die de onnoozelheid brandmerkt van zijne dikwijls lang niet domme tijdgenooten, welke zich van de alchemisterij wonderen voorstelden. PHILECOUS: Wat voor nieuws zou er wezen dat Lalus zoo bij zich zelven grinnikt en bijna in lachen uitbarst, terwijl hij zoo nu en dan een kruisje slaat?

PHILECOUS: Nu wat ge me daar vertelt geeft mij wel een groot denkbeeld van de scheutigheid van Balbinus. LALUS: Daarentegen zou je hem, wanneer 't een fatsoenlijke zaak gold, eerder een tand uit zijn mond geslagen hebben dan geld uit zijn beurs. Zoo werd er voor den goudzoeker gezorgd, die geen ander gevaar had geloopen dan dat hij geen geld had voor zijn liefje.

PHILECOUS: Dien geleerden ouden man, van wien iedereen niets dan goed weet te vertellen? LALUS: Juist, zooals je zegt; maar geen sterveling is ten allen tijde verstandig of niemand is in alle opzichten volmaakt. Bij zijn vele voortreffelijke gaven heeft de man één klein gebrek: hij is reeds lang razend verzot op de kunst die ze Alchemie noemen.

En toen Balbinus op bekorting aandrong, zeide hij: "goed, ik zal er een eind aan maken, hooggeleerde Balbinus. En dat zal mij gemakkelijker vallen bij een man, die van de geheele zaak zóó op de hoogte is, dat niemand ze beter kent." PHILECOUS: Je schildert me daar een redenaar af, geen alchemist. LALUS: Spoedig zult ge van den goudzoeker hooren.

Bijkans een heel jaar was reeds voorbijgegaan en nu eens onder dit, dan eens onder dat voorwendsel werd de moeite verspeeld en gingen de kosten verloren. Intusschen viel er iets kluchtigs voor. PHILECOUS: Wat dan? LALUS: De goudmaker had verboden omgang met de vrouw van één der heeren van het hof. Haar echtgenoot, die argwaan had gekregen, begon onzen vriend na te gaan.

Daarop begon hij: "Gij zult er u misschien over verwonderen, allergeleerdste Balbinus, dat ik, een u onbekende, u zoo durf aanspreken, terwijl ik toch moet weten dat gij altijd zoo in de heiligste studiën verdiept zijt." Balbinus knikt toestemmend, zooals zijn gewoonte is, want hij is met woorden uiterst spaarzaam. PHILECOUS: Dat is een bewijs van voorzichtigheid.

Hij gaat dus in stilte naar Balbinus en licht hem in wat voor snaak hij in zijn huis koesterde. Hij raadt hem aan den kerel zoo spoedig mogelijk de deur te wijzen, wanneer hij soms niet wilde dat hij hem eens zou zien verdwijnen, na zijn kas geplunderd te hebben. PHILECOUS: En wat deed Balbinus? Hij liet toch natuurlijk den spitsboef in de gevangenis opsluiten? LALUS: In de gevangenis?

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek