Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
»Maar als je nu vlucht, dan zullen ze toch ook de huizen verbranden, de ladangs verwoesten en de varkens dooden of stelen," zei Kees. »Ja heer, dat zullen ze zeker doen!" antwoordde Petinggi Datoek met een zucht. »Waarom roep je dan niet liever alle mannen bijeen en tracht ze te verslaan?" »Wij kunnen niet vechten tegen de Sibaoe's, heer.
»Welk dorp is het voornaamste?" vroeg Kees weer. »Het huis van Petinggi Datoek, heer." »Is dat nog ver en kunnen we daar gemakkelijk komen?" »Twee dagen loopen, heer." »Dan kunnen we er morgenmiddag zijn," zei Kees tot Marti. Hij wist wel, dat een Dajak op reis gewoon is veel tijd te verpraten in de huizen, die hij passeert.
Ze vonden een gemakkelijk voedsel in de hoogst brandbare materialen, waarvan een Dajaksch huis is opgetrokken. Tusschen het geloei der vlammen klonken hevige knallen als kanonschoten door het springen der dikke bamboegeledingen. Het was een helsch lawaai. Een dichte rookwolk dreef over het bosch. »Het is zeer dom, dit huis te verbranden. Die rookwolk kan ons verraden," zei Kees tot Petinggi.
Gaarne zou hij meer hebben vernomen, maar hij begreep wel, dat een goede nachtrust volstrekt noodzakelijk was, wanneer hij den volgenden dag den zwaren tocht naar het dorp van Petinggi Datoek volbrengen zou. Bij het aanbreken van den dag waren ze reeds weer reisvaardig. Eén der bewoners van het huis had zich aangeboden, om als gids dienst te doen, hetgeen Kees met blijdschap had aangenomen.
Aller oogen rustten met bewondering op hen. Met trotsche gezichten liepen ze rond, omdat ze nu ineens zulke gewichtige personages geworden waren. Eindelijk was de dag van vertrek aangebroken. Vroeg in den morgen zette de kleine stoet zich in beweging. De heele bevolking van Tapang met Petinggi aan het hoofd deed hen uitgeleide. Vooraan liep de Dajak, die den weg zou wijzen.
Is hij er nog, dan krijg ik de diamanten." »Ik vrees, dat u te laat zult komen, heer!" Marti vroeg zich bekommerd af, welke ellende ze nu weer zouden beleven. »Kom," hernam Kees, »ik ga dadelijk naar Petinggi Datoek, om hem voor te stellen, de Sibaoe's te vervolgen." Hij sprong op en verliet de lawang. »Allah helpe ons!" zuchtte Marti: »Dat ontbreekt er nog maar aan."
Toen vroeg Petinggi Datoek plotseling: »Wat wilt u toch eigenlijk zoeken bij die Soengei Tekoeng?" »Dat kan ik je niet zeggen, Petinggi! Het is een geheim en niet eens van me zelf, doch van een ander, zoodat ik er zeker niet over spreken mag."
Dajaks zijn nu eenmaal Dajaks. Zij redeneeren niet volgens de begrippen der blanken. Plotseling schoot hem te binnen, dat hij geen gevangenen gezien had. Vermoedelijk hadden de Kenjaoe's in hun wraakzucht niet aan hun belofte gedacht. Verstoord ging hij naar Petinggi en vroeg: »Heeft men nu enkele der mannen voor mij gespaard, zooals afgesproken was?"
De overgroote meerderheid der Dajaks had nog nooit een blanke gezien. Vol nieuwsgierigheid zaten ze om Kees heen en beschouwden diens persoon en zijn doen en laten met de grootste belangstelling. Toen Kees en Marti gegeten hadden, knoopten ze een gesprek aan met Petinggi Datoek.
De twee vermoeide en uitgehongerde zwervers genoten gastvrij onderdak en konden zich nu weer eenigszins herstellen van de geleden ontberingen. Toch reisden ze den volgenden morgen zoo vroeg mogelijk af, om zoo mogelijk denzelfden dag nog het huis van Petinggi Datoek te kunnen bereiken. Het was reeds avond en geheel donker, toen ze te Tapang aankwamen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek