Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 oktober 2025
Vlak vóór hem bleven ze staan, en nu begon één van de voorste mannetjes: "Jongeheer, 'k weet niet, of je me kent, maar ik ben Appelsteeltje!" "Zoo," riep Frits vroolijk, "ben jij nu Appelsteeltje! Blij, dat ik je eens zie, Appelsteeltje!" en hij schudde het dwergje de hand. "En hoe gaat het je petekind?"
Nog bestaan kanten doopkleeden van groote waarde in sommige families, waarin vijf geslachten ten doop gedragen werden. Peter en meter plachten eertijds aan hun petekind een pillegift te schenken, een woord, dat nog voortleeft in het Westvlaamsche villegift: een gouden penning, zilveren lepel, of iets dergelijks.
Wat zij haar zoontje ook zou laten worden, zeî zij in zich zelve, geen kantoorbediende! en toen dat afgepraat was, liep ze eene reeks van beroepen door, en hare verbeelding schoot wieken aan, als hij eens een man in bonis wierd, als oom! Ja, die zou in staat zijn, als hij wilde, het jongske voort te helpen: was hij niet een oud vrijer, was Wim niet zijn petekind?
Ms. vroegere hofdame, een door H. M. zelve ten doop gehouden petekind; de kleine man maakt echt kranig een hoflijke buiging voor ons aller Koningin; die weldra, na op het stationsplein van een lief klein meisje een bouquet te hebben aangenomen, onder het spelen van het Wilhelmus, zich in Haar rijtuig neerzet en langs den korten, maar zoo vroolijk gesierden intochtsweg onder de aloude driekleur den Dam bereikt.
Lotje was het oudste, kreupele dochtertje van Tina, Moeders petekind, dat in de week van haar geboorte ouderloos geworden was. Moeder had zich als jonge tante, ze was zelve toen nog maar dertien jaar, het lot van het weesje bijzonder aangetrokken. Na haar huwelijk was Tina in Den Haag gaan wonen en twaalf jaar later kwam zij zich in Amsterdam vestigen.
"Ik trijf mè Pallieter!" juichte Marieke. "Gij, gij?" riep bibberend Charlot, "gij, m'n petekind, me Bruur?... Gij?... Och, Jezus, Maria, Jozef!..." En ze viel Pallieter aan zijnen hals, en weende hardop van geluk. En dat kwam aan Pallieter zijn hart, en hij pinkte, beet op de tanden om de tranen binnen zijn oogen te houden, maar hij kon niet, met den besten wil van de wereld.
"Meneer is petekind van een familielid van Padre Dámaso, partikulier sekretaris van alle ministers..." De jongeman groette hoffelijk; Capitán Tiago kuste hem bijna de hand. De talrijke koffertjes en valiezen werden naar boven gebracht en Capitán Tiago geleidde zijn gasten naar hun logeerkamers.
Een arme vrouw vermaakt aan haar parochie haar zondagskleed en haar kap; haar bed aan haar petekind, een pels aan haar verpleegster, haar daagsche rok aan een arme, en vier pond tournoois, die haar vermogen uitmaakten, met nog een kleed en een kap aan de Minderbroeders.
Eene slede houdt voor de deur stil: het is de oude grootmoeder, welke haar petekind, haar juweeltje, toch ook eens opgeschikt zien wil: het lieve meisje gaat voor haar staan, draait en wendt zich om en om, verhaalt van wie zij die kam ontving, hoe mama van hare eigene bloedkoralen een snoer voor hare dochter afgestaan heeft: waar zij de bloemen gekocht heeft, die het eenvoudig kleed garneeren, enz.
»Mama, laat mij gauw even naar Mevrouw van Loon loopen, die krijgt beslist een telegram, en anders naar de jonge barones Roëll, de vriendin der Koningin. U weet wel, de Mama van kleinen Willem, het petekind van H. M. Toe, lieve Moeder, zeg maar gauw ja!«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek