Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


De pachters, zes en vijftig in getal, hebben het uitstekend; hun huizen zijn geriefelijk ingericht met een acre tuingrond erbij, terwijl buitendien ieder pachter nog twee-en-een-halve acre jaarlijks in gebruik krijgt, om voor eigen gebruik groenten te telen, waarbij de patroon, Senor Donoso, hun gereedschap en paarden ter leen geeft.

Onderweg had Klaas zijne vangst verkocht aan een pachter, een lekkerbek, en thuis komende, zegde hij tot Soetkin: Zie, dat heb ik gevonden in den buik van vier snoeken, negen karpers en in een volle ben paling. En hij smeet twee gulden en een oortje op tafel. Man, waarom gaat gij niet alle dagen visschen? vroeg Soetkin.

't is dezelfde jongen, die bezig was mijn appels te stelen," riep de boer uit "maar toch, het kapen van een paar appels mag hem den dood niet kosten; alloo, jongens, opgepakt en hem naar binnen gedragen hij is heel verkleumd van de kou en geen wonder." De pachter liep vooruit en zijn arbeiders droegen Jack in huis, waar hij een glas brandewijn te drinken kreeg.

"Makatit vluchtte, omdat hij ijlhoofdig van angst was," antwoordde de jeugdige ingenieur. "Bestaat er dan geen gerechtigheid meer in Grikwaland?" vroeg de pachter, terwijl hij de schouders optrok. "Hoe het ook zij, ik herhaal dat hij niet schuldig is, en ik hoop dat men hem met rust zal laten." "Hm!" kuchte John Watkins, die de waarde van die betuiging niet bijster hoog scheen te schatten.

Watkins hem gegeven had, was dat hij niet kon nalaten hem, in weerwil van den ruwen vorm, waarin dat antwoord gegoten was, gelijk te geven. Het verwonderde hem zelfs, nu hij er over nadacht, dat hij de tegenwerpingen van den pachter niet voorzien en dat hij zich aan een dergelijk blauwtje blootgesteld had.

De wijn-oogst in 't najaar was een tijd van gezelligheid en feesten, in den winter zat Rousseau bij den haard met den pachter en de zijnen, er werden verhalen verteld en oude liedjes gezongen. Alles aan dit landelijke leven verrukte hem. Zij hadden daar buiten een goeden buur, een edelman, Monsieur de Conzié, wat ouder dan hij, dien hij muziekles zou geven.

O God! zoo ik naar mijn herstelling zou wenschen, het ware om haar uit hare boei te verlossen! Kom!" zeide hij, na eenige oogenblikken zwijgens; "ik ben vermoeid; maar wat geschieden moet, dient niet langer te worden uitgesteld. Roep Feiko binnen." De dienaar verscheen, en ontving last, om Madzy, den pachter, en Aylva's huiskapelaan te ontbieden.

Nog slechts weinige schreden was hij van de woning verwijderd toen de oude pachter zijn heer ontdekte. "Goddank, genadige graaf!" riep hij in verrukking uit: "Goddank dat gij gekomen zijt, want zij staan gereed met hem te vertrekken, en zonder dat ik zulks verhinderen kon. O, nu zal de boosheid verijdeld worden!

Wilt gij iets weten, dat nog zoolang niet is geschied? Mijn grootvader heeft de lieden gekend. Een uur van hier ligt het gehucht Boterhoek; daar woonde een pachter, die veel tegenspoed had gehad.

"Vier honderd twee en dertig karaten!" riep John Watkins uit, "En gij hebt hem bij u?" "Hier is hij." De pachter greep het doosje, deed het open en bekeek den diamant met oogen, die bijna evenzeer fonkelden als het edelgesteente zelf. Hij was als met stomheid geslagen en had het uiterlijk van een verrukte!

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek