Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Ze begon te klagen: ze had sinds nachten geen ooge meer beloken, ze was zóo lijdende, ze voelde dat het erg worden zou, en de nachtmerrie bezocht haar.... Och! Och!... dat is vreeslijk! Ze praamde Goedele dat ze maar goed opletten moest, en in geen tocht mocht blijven, en 's avonds aandachtig de vensters zou sluiten, en een dobbele sargie vragen aan Justa. 't Is nu 't gevaarlijke seizoen.
En toen nu de meester zag, hoe flink wij opletten, begon zijn gelaat ook wat vriendelijker plooi aan te nemen. Hij was wel streng, maar niet onbillijk, en tot zijne eer moet ik zeggen, dat hij zulke zware straffen altoos met grooten tegenzin oplegde. Wij konden altoos aan hem zelf zien, dat het hem pijn deed. Intusschen stond Bob diep verslagen in het portaal.
Dat weet ik niet; maar ik heb alle reden om te gelooven, dat zij bij ons in huis zijn. Dat zouden wij allerminst verwachten. Maar vertel, wat gij weet. Janik zeide, ik moest scherp opletten. Habulam zond mij al vroeg naar boven, maar ik ging niet slapen, ik bleef uit het raam kijken. Ik zag mijn Heer met Humun naar den tuin sluipen.
"Kijk nu eens hier," riep de proost triomfeerend, en noteerde iets in zijn boekje; "ik dacht wel, dat het met jou wel gaan zou Osmund! Je kunt misschien de vragen niet zoo gemakkelijk begrijpen als de jongens in de stad; maar je weet toch wel wat, mijn jongen! ga jij maar door met werken en opletten, je zult zien dat het wel gaat."
Ik ga toch kijken, al moest ik er den ganschen dag waken om te zien welken koop hij heden wil sluiten. Toen de man aan den eenen kant het huis verliet, ging zij er aan den anderen kant uit en heimelijk ging zij dadelijk naar het dichtste gedeelte van het bosch, verborg zich en bleef opletten.
Het zwakste geluid in zijn nabijheid, het suizen van den wind, die door de bladen speelt, het ritselen van een blad, zijn voldoende om hem, als hij slaapt, te wekken en scherp te doen opletten.
»Genadige Hemel!" riep ik uit, »wat heeft het lot toch met mij voor? Hoe kan ik dankbaar genoeg zijn voor zooveel goedheid!" Ik dankte den Amerikaan voor zijn opletten en vertelde mijnen manschappen, hoeveel zij hem verschuldigd waren en hoe hij thans ruim terugbetaald had, wat hij ons verplicht was voor zijne redding van het wrak.
Na zijn gesprek met Eve, scheen het Bertie toe, dat hij in eene subtiele sfeer leefde, in een labyrinth omdwaalde, vol geheimzinnige paden van list en sluwheid, waarin hij zeer moest opletten, wilde hijzelf niet verdwalen.
Men graaft de omringende grachten tot de vereischte diepte, die niet altyd dezelfde is, maar waar van de gewoone maat bedraagt zes voeten voor de binnen-gracht: men moet wel opletten, om aan deeze gracht de noodige opgaande schuinte te geven, naar mate men dezelve graaft.
Maar zeg mij, mijn zoon, gij die arendsoogen hebt, hebt gij de dieven niet gezien? Ik zal goed opletten, heer proost, sprak Uilenspiegel. God bescherme u beiden, mijne kinderen, sprak de proost, en leeft op sobere wijze. Want uit de onmatigheid komen hier in dit tranendal al onze kwalen voort. Gaat in vrede. En hij gaf hun zijn zegen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek