Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


Toen Pieter de Roose den man zag, die nu door het licht der lanteernen beschenen was, riep hij als waanzinnig: Michielken! Michielken! En de twee beulsknechten klappertandden en fluisterden: Michielken! Heer, ontferm u onzer!

Zie nu dien grooten zondaar, die de aflaten versmaadde; zie dien schotel stoverije: hij is 't, hij is 't, zijn goddeloos lichaam, zijn vermaledijd lichaam is vaneengekookt tot eene brij. En met welke saus! sulfer, pek en teer! En al die arme zondaren worden alzoo opgegeten om opnieuw tot hunne smerte in 't leven te komen. En 't is een gedurig geween en tandengeknars. Ontferm U onzer, genadige God!

Soms waagde hij zich tersluiks een oogenblik naar boven om als een Peri aan de poorten van ’t paradijs nog eens die verloren heerlijkheid te aanschouwen. Dan keek hij met sprekende blikken naar binnen, als wilde hij vragen: „Ontferm u over mij, heb medelijden; ik was toch ééns uw lieveling. Wanneer zal de tijd mijner beproeving voorbij zijn?”

Daar zaten zij, vurig biddende, zonder zich te bewegen, alsof zij in een diepe slaap geweest waren; van tijd tot tijd kwam een doffe snik uit haar borsten, wanneer het gedruis des strijds zich meer verhief, en dan zuchtte Maria: "O God almachtig, God der heirkrachten, ontferm u onzer. Staat ons bij in de nood, o Heer!"

Lang kust hij diens handen, raakt zijne knieën aan en zegt: "Ontferm U, priester, ontferm U! Bij de gesternten des hemels, bij de godheden der onderwereld, bij de elementen der natuur, bij het zwijgen der nacht, en de heiligdommen van Coptos, bij het aanwassen van den Nijl en de geheimen van Memphis ... geef een kort gebruik van de zon en giet in de voor eeuwig gesloten oogen een weinig licht!

De lanteernen werden aangestoken en Spelle klom op den wagen met zijne lanteerne in de hand; maar nauwelijks had hij gekeken, of hij slaakte een grooten schreeuw en viel achterover, gillend: Michielken! Michielken! Jezus, ontferm u mijner! In een hoek van den wagen stond een man, die in 't wit gekleed was, lijk de pasteibakkers, en die, in de beide handen, bloedige voeten vasthield.

"Frumold moet sterven!" gromde Ingelram Van Eessen. "Ach, Isaac, mijn vriend", smeekte Frumold, "heb deernis met mij, ontferm u mijner arme kinderkens, die op de wereld zullen blijven zonder steun!" "Hoe? medelijden met u?" schreeuwde Isaac Van Reninghe, spotlachend. "Zijt gij het niet, die, meer nog dan anderen, ons bij den graaf hebt gelasterd?

Ontferm u over eene rampzalige, die uwe hulp op hare knieën afbidt...." De ongevoelige dame liet de geknielde zitten en ging eenige treden van haar weg; dan het boek in de hand genomen hebbende, antwoordde zij met eene gemaakte koelheid: "Ik heb geenen tijd om op al dit gekerm acht te geven.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek