Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Met mijne heete handen op 't wit papier, zoo zit ik hier in dezen herfstnacht, aan de afbrokkelende stranden van 't Heden. Water van 't meer, ik hoor uw golven spoelen aan duist'ren wal En fluist'ren zal de onsterfelijke zee des dooden Tijds en woelen aan dit Zelf.
Alleen Artois en Henegouwen hadden zich voor goed van de Unie losgemaakt. Zij erkenden de Spaansche heerschappij, de 15 overige provinciën volhardden in haren tegenstand. Willem van Oranje heeft zich als grondlegger van de Nederlandsche vrijheid onsterfelijke verdiensten jegens het geheele menschdom verworven.
Uit onze vensters, die uitzien op het plein der Constitutie en een groot square, met oranjeboomen en bloeiende heesters beplant, kunnen wij onze blikken laten rusten op de plompe smakelooze massa van het koninklijk paleis met het aangrenzende park; vlak tegenover ons verrijst de indrukwekkende rotsburcht van de Akropolis, met haar onsterfelijke ruïnen. Wij zijn in Athene.
Van Dyck! Quellyn! Jordaens! Teniers! en gij allen, doorluchtige Belgen, staat op uit het verledene; schaart u om het beeld van uwen meester, en geeft getuigenis der grootheid van uw vaderland! O, ja, in mijne zielsverrukking zie ik u! Daar staat gij allen met de onsterfelijke kroon der kunst gesierd!
Want wat baat de schoonheid, die uitstekende gave der onsterfelijke Goden, indien de smet der preutschheid daarop kleeft? Wat de jeugd, als men haar door den zuurdeesem van paaienbrommigheid laat bederven? Wat is toch zoo zot als zichzelf te behagen en zichzelf te bewonderen?
Een zeeslag van vier dagen! hoor ik u zeggen. Ja, een vierdaagsche zeeslag, de hevigste die ooit werd bevochten en die niet alleen den roem onzer vloot herstelde, in den laatsten, ongelukkigen slag zoo deerlijk verloren gegaan, maar een onsterfelijke gloriekroon wond om het hoofd van onzen De Ruyter, wien men de ziel der vloot noemde en van wien men zeide, dat hij de maat sloeg in het grof muziek van zooveel duizenden kartouwen ; om den schedel van onzen Van Nes, die, toen De Ruyters groote steng was afgeschoten, de admiraalsvlag overnam en met zooveel beleid een tijd lang het opperbevel voerde, dat geen der vijanden de tijdelijke afwezigheid van den vlootvoogd bemerkte; en om de slapen van onzen Tromp, die in zijne niets ontziende dapperheid zoo dikwerf van schip had moeten verwisselen, dat de Engelschen, telkens zijne vlag van een ander schip ziende waaien, met verbazing vraagden: "zijn er dan vijf of zes Trompen op de Staatsche vloot?"
Nu hij zijn tegenpartij, waarmede hij zich vermeten had te strijden, kende wie zou het anders kunnen zijn, dan de duivel in persoon was hij zich van het gevaar, waarin hij en zijn onsterfelijke ziel zich bevond, bewust. Dikwijls, nadat er eenige minuten van angstig nadenken voorbij gegaan waren, vloog er een gimlach over zijn trekken.
Kom, laten wij eens beproeven, of wij dit ook, niet door een stoische bewijsvoering, maar door een doodeenvoudig voorbeeld kunnen aantoonen. En bij de onsterfelijke Goden, bestaat er wel iets gelukkigers in de wereld dan dat slag van menschen, dat men gewoonlijk narren, dwazen, zotten en domkoppen noemt, de schoonste bijnamen, die men naar mijn meening dragen kan?
Dat zou wat moois zijn. Ze zijn een vernederd geslacht." "Denkt gij niet dat zij onsterfelijke zielen hebben?" zeide Ophelia, met toenemende verontwaardiging. "O, natuurlijk, daar twijfelt niemand aan," antwoordde Marie geeuwende. "Maar hen op gelijken rang te plaatsen, alsof wij met elkander te vergelijken waren, dat is immers onmogelijk! En nu heeft St.
Van dezen Reinier, den eersten prins uit het huis Oranje-Nassau, was de groote Vader des vaderlands, de onsterfelijke Willem de Zwijger, de volle neef en erfgenaam. Beiden hadden denzelfden grootvader, Johan V van Nassau.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek